Van Lawick: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robertvanlawick (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Van Lawick''' (ook: '''Van Lawick van Pabst''') is een oud-adellijk geslacht uit de Over-Betuwe waarvan leden vanaf 1893 werden erkend te behoren tot de [[Nederlandse adel]], allen met de titel van [[Baron (titel)|baron]] of [[barones]]. [[File:Van Lawick in het Wapenboek Heraut van Gelre (rond 1370).png|thumb|Wapen Van der Lawick in het [[Wapenboek Gelre]], folio 89, circa 1390 <ref>Het Wapenboek Gelre is een register van 1.755 Europese heraldische wapens. Het boek is geschreven tussen 1370 en 1414 door de Heraut Gelre Claes Heinenzoon.</ref>]]
 
==Geschiedenis==
Regel 6:
 
== Eerdere vermeldingen ==
Er zijn al eerdere vermeldingen van Van Lawick die reeds dateren uit de 14e eeuw; deze zijn echter niet opgenomen door de redactie van het ''[[Nederland's Adelsboek]]'' wegens onvoldoende betrouwbaarheid en/of onduidelijke of onbewezen filiatie met de eerstgenoemde stamvader Jorden van der Lawick. Henrik van der Lawyck is in 1344 [[gerichtsman]] in [[Overbetuwe]]; Gillis van Lawyk draagt in 1345 land onder Elst over aan het Clarissenklooster te Keulen ([[Klarissenkloster Sankt Clara]]), Hendrick van der Lauwyck wordt in 1361 vermeld als richter van Tieler- en Bommelerwaarden, Arnt van der Lawijc wordt vanaf 1362 vermeld als richter van Veluwe en raad van hertog [[Eduard van Gelre]] en Roloef van der Laewick is [[ambtman]] voor graaf [[Jan van Kleef (graaf)|Jan van Kleef]] (1364). Leden van de familie worden verder vermeld onder de ridders en knapen bij de huwelijksvoorwaarden van hertog Eduard van Gelre (1368), bij de verzoening met hertogin [[Mechteld van Gelre]] en [[Jan II van Blois|Jan van Blois]] (1376) en bij de [[Landvrede]] (1377). Waarschijnlijk is de familienaam ontleent aan het goed Die Alde Lawick onder Elst. Dit is vermoedelijk hetzelfde goed dat later bekend stond als De Eshof, waarnaar de wijk Eshof in Elst is genoemd. Gelet op de gelijkheid in wapens is het denkbaar dat de familie van Lawick een jongere tak is uit het geslacht van de heren Van [[Homoet]] (uitgestorven 16e eeuw).
 
==Takken==
Vanaf de 14e eeuw ontstaan verschillende takken die later vrijwel alle uitsterven. Hiertoe behoren onder andere Arnt van der Lawick, ambtman van Overbetuwe, en zijn broer Albert, eerste [[kamerheer]] van hertog [[Karel van Gelre]], beiden vurig aanhangers van deze beruchte hertog. Een tak die thans nog uitgebreid bloeit in België en Frankrijk, is vermoedelijk gesproten uit Willem van der Lawick, die rond 1472 met [[Adolf van Egmont]], hertog van Gelre zou zijn meegetrokken naar Vlaanderen.
Een tak die vooral rondom [[Wageningen (Nederland)|Wageningen]] was gegoed, begint met Arnt van der Lawic die in 1404 [[richter (rechtskunde)|richter]] is van Wageningen. Deze tak bezat daar ook het huis en goed De Lawick dat zijn naam heeft gegeven aan de [[Lawickse Allee]] in Wageningen. De Wageningse tak sterft uit in de 18e eeuw met Lydia Francoise van Lawick, vrouwe van de Cortenberg. Uit haar huwelijk met Johan Anthony Edler von Pabst stamt het in de Nederlandse adel ingelijfde (1860) geslacht Van Lawick van Pabst.
De eerstbekende voorvader van de thans nog levende takken is Jorden van der Lawick, hertogelijk [[rentmeester (beroep)|rentmeester]] van de landen van Buren en Beusichem in 1466. Uit hem was eind 18e eeuw nog slechts één stamhouder in leven, Nicolaas Carel van Lawick, heer van [[Ravenstein (stad)|Ravenstein]]. Uit twee van diens zonen bij Maria van Reede van Oudtshoorn, lid van de familie [[Van Reede]], stammen alle thans nog levende leden van de familie. De oudste van de twee, Pieter Herbert van Lawick, voegde om onbekende redenen de naam Van Pabst bij de zijne; deze tak Van Lawick van Pabst heeft dus geen relatie met de gelijknamige familie die stamt uit het geslacht Van Pabst. Nakomelingen van hem zijn in 1990 en 1991 erkend te behoren tot de Nederlandse adel. De nakomelingen van de jongste, Carel Barend van Lawick, werden tussen 1893 tot 1898 erkend met de titel baron(es).
 
==Wapen==
Regel 46:
* [[Arnt van de Lawijc]] (rond 1340) Met zijn zonen Arnt (filius) en Jan borg en getuige voor [[Eduard van Gelre]] bij diens huwelijkse voorwaarden met [[Catharina van Beieren]] (1 november 1368)
* [[Jorden van der Lawick]] (rond 1440), [[ridder (ruiter)|ridder]] en dienaar van hertog [[Arnold van Gelre]] tijdens diens gevangenschap te [[Buren (Gelderland)|Buren]] (1465-1472)
* [[Gooswijn van der Lawick]] (1547-1629), [[Landheer|heer]] van [[Geldermalsen (plaats)|Geldermalsen]], [[Lijst van drosten van Bredevoort|drost van Bredevoort]]. Is beroemd geworden tijdens het [[Beleg van Bredevoort (1606)|beleg en ontzet]] van Bredevoort in [[1606]]. Nadat de Spanjaarden Bredevoort wisten te overrompelen kon de burgerij en garnizoen het kasteel Bredevoort op vluchten om daar de verdediging van de stad voort te zetten in afwachting van een ontzet van omliggende Staatse legers van [[Frederik Hendrik van Oranje|Frederik Hendrik]]. Nam als bevelhebber deel aan de [[beleg van Grol]] (1597) en de [[inname van Wesel]] (1629)
* [[Goossen van der Lawick]], heer van Deil en Geldermalsen, drost van [[Buren (Gelderland)|Buren]] (1541), dijkheemraad van Tielerwaard, gedeputeerde van de [[Ridderschap (instituut)|Ridderschap]] van Nijmegen. Gedeputeerde naar [[Margaretha van Parma]] en toezichthouder (1560) op de naleving van het [[verdrag van Venlo]]. In 1563 wordt hij opnieuw met de heerlijkheid Deil beleend door de nieuwe graaf van Buren, prins [[Willem van Oranje]]
* [[Jan van der Lawick]], [[schout]] van [[Buren (Gelderland)|Buren]], veroverde het kasteel van Buren op de Spanjaarden en hield dat voor prins [[Willem van Oranje]] bezet (1572); neemt met eigen knechten en paarden deel aan het [[Beleg van Haarlem (1572-1573)|beleg van Haarlem]] (1573)
* [[Eusebius van der Lawick]], luitenant kolonel, bevelhebber van [[Münden]] toen dit door de troepen van de [[graaf van Tilly]] werd ingenomen en uitgemoord ([[Blutpfinkstern]], 1626)
* [[Christoffel van der Lawick]], heer van Geldermalsen, [[Page (jongen)|page]] en kamerjonker van [[Maurits van Nassau (1564-1566)|prins Maurits]], kapitein, drost van Bredevoort, een van de bevelhebbers bij de [[inname van Wesel]] (1629)
* [[Georg Nicolaas van der Lawick]], heer van Geldermalsen en Oldenbarnsveld, kapitein, drost en [[gouverneur]] van Bredevoort, een van de bevelhebbers bij de [[inname van Wesel]] (1629), het [[beleg van 's-Hertogenbosch]] en het [[Beleg van Maastricht (1632)|beleg van Maastricht]] (1632)
* [[Nicolaas Jurriaan van Lawick]], heer van Geldermalsen, kapitein, drost en commandant te Bredevoort, droeg de banderolle van Veere en Vlissingen in de begrafenisstoet van prins [[Frederik Hendrik van Oranje|Frederik Hendrik]] (1647)
* [[Arend van Lawick]] (± 1654 - 22 februari 1709), Gedeputeerde ter vergadering van de Staten-Generaal, ambtsjonker van Ede en [[kapitein (rang)]]
* [[Pieter van Lawick van Pabst]] (1848-1894), luitenant kolonel, Ridder in de [[Militaire Willems-Orde]], gesneuveld tijdens het Verraad van Lombok ([[Lombok-expeditie]]) (1896)
* [[H.J. van Lawick van Pabst]], luitenant-kolonel NIL, lid van de Orde der [[Vrijmetselaren]], Gedeputeerd [[grootmeester (ridderorde)|Grootmeester]] voor Nederlands-Indië 1899-1900 <ref> Th. Stevens, ''Vrijmetselarij en samenleving in Nederlands-Indië en Indonesië 1764-1962'' (1994), p. 374.</ref>
 
<gallery>