Emil Kraepelin: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 31:
Kraepelin deelde de gestoorde taaluitingen in drie groepen in:
▲1: woordvindingsstoornissen: veelvuldig worden dan [[neologisme]]n geproduceerd.
▲2: stoornissen in de uitdrukking van gedachten: er is sprake van een paralogie, een ''danebenreden'', er vinden verschuivingen of ontsporingen plaats; er is sprake van een agrammatisme of van telegramstijl.
▲3: [[denkstoornis]]sen (een geheel andere gedachte treedt in de plaats).
De 286 voorbeelden van droomtaal (meestal eigen voorbeelden) werden door Kraepelin tot op zekere hoogte geanalyseerd, maar ver kwam hij daarbij niet. Hij beperkte zich tot het laten zien van enkele associatiemechanismen in de droomtoestand. Veelvuldig ontdekte hij klankassociaties.
|