Soester Eng: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Landbouw: links |
|||
Regel 21:
Vanouds is er een hechte relatie tussen de Eng en de Eempolder. Soest is een lintdorp dat vanuit het verleden is ontstaan op de grens van nat en droog. De rand van de Eng gaf de eerste bewoners een veilige droge plek. Het lager gelegen land van de Eempolder was aantrekkelijk als hooiland en weidegebied voor het vee. De eerste boeren hadden een gemengd bedrijf, en gebruikten de hoger gelegen Eng voor akkerbouw: [[boekweit]], [[rogge]], [[aardappel]]en, knollen en [[gerst]]. Ook nu telen melkveehouders in de Eempolder gewassen op de hoge Eng voor hun koeien.
Deze grond van de eng was onvruchtbaar en dus niet geschikt voor landbouw. Maar de bodem van de Eng was wel rijk van samenstelling door de menging met [[leem]] en klei. Iedere boer had vermoedelijk het recht om over een bepaalde breedte de Eng te ontginnen. Het oorspronkelijke bos was al heide. De boerderijen waren met een pad over de brink rechtstreeks verbonden met de Enggronden. In 1379 is er een opbrengst aan haver, gerst, rogge en boekweit. Later ontstond ook de knollenteelt en sinds de 20e eeuw wordt [[
Op de Soester Eng werden haver, rogge, aardappelen, gerst, boekweit en 'Soester knollen' verbouwd. Er bestaan twee varianten van de [[Soester knol]]. De grote soort wordt gebruikt als veevoer, de kleinere soort werd gegeten als groente.
|