Léon de Bethune: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanvulling
Regel 1:
{{wiu2}}'''Léon Marie Joseph Sidoine Corneille de Bethune''' ([[Aalst (Oost-Vlaanderen)|Aalst]], [[7 juli]] [[1864]] - [[28 september]] [[1907]]) was een Belgisch diplomaat en [[Kamer van Volksvertegenwoordigers|volksvertegenwoordiger]].
 
==Levensloop==
Baron Leon de Bethune was de derde van de zeven kinderen van senator [[Paul de Bethune]] (1830-1901) en van Adelaïde Eliaert (1835-1896). Hij trouwde met Anne David-Fischbach-Malacord (1864-1920). Ze kregen zes dochters en twee zoons. Alleen Robert de Bethune had nakomelingen-naamdragers. Het ging echter om twee dochters, zodat deze familietrakfamilietak uitstierf. Er zijn wel nog talrijke nakomelingen van Leon via zijn dochters die trouwden met zonen uit de families de Biolley, Oldenhove de Guertechin, Terlinden en David de Lossy. Zijn dochter Ghislaine de Bethune (1889-1969) trouwde met Raymond Lippens (1875-1964), die de ouders werden van Philippe en [[Léon Lippens]].
 
Hij promoveerde aan de [[Katholieke Universiteit Leuven]] tot doctor in de wijsbegeerte en letteren (1884) en doctor in de rechten (1886).
Hij was aanvankelijk diplomaat, maar slechts voor een korte periode, die hij beëindigde als ambassadesecretaris. Vanaf het einde van de jaren 1880 kwam hij permanent in het ouderlijk kasteel van Overhamme in Aalst wonen. In 1895 werd hij gemeenteraadslid van Aalst en in 1896 schepen van deze stad, een ambt dat hij uitoefende tot aan zijn dood.
 
In 1898 werd hij verkozen tot katholiek volksvertegenwoordiger voor het [[arrondissement Aalst]]. Hij was de collega in het parlement van de Aalstenaars [[Charles Woeste]] (parlementslid van 1874 tot 1922), priester [[Adolf Daens]] (parlementslid van 1894 tot 1898) en van diens broer [[Pieter Daens]] (parlementslid van 1902 tot 1904). Hij bleef ook dit mandaat uitoefenen tot aan zijn dood.
 
In Aalst werd hij lid van de kerkfabriek van de [[Sint-Martinuskerk (Aalst)|Sint-Martinuskerk]], voorzitter van de Werkliedenbond, van de Kring 'De Vriendschap' en van de Kring 'Eenheid'. Hij was begaan om de lokale nijverheid, onder meer om de [[Hop (plant)|hopkweek]].
 
==Congo==
De Bethune interesseerde zich aanvoor de ontwikkeling van [[Congo-Kinshasa|Congo]] en publiceerde studies over de strijd tegen de [[Slavenhandel|slavenhandel]], over de katholieke missies in [[Afrika]] en over de wijze waarop het initiatief van [[Leopold II van België|Leopold II]] in de Britse publieke opinie werd beoordeeld.
 
Hij werd van nabij betrokken bij het bestuur van de Vrijstraat Congo. Van 1890 tot 1898 was hij secretaris van de Hoge Raad van [[Congo-Vrijstaat]] en van 1899 tot aan zijn dood was hij er raadsheer. Hij bereidde mee de overdracht voor van het land aan het koninkrijk België om [[Belgisch-Congo]] te worden.
 
In 1897 was hij commissaris-generaal van de grote Congo-expositie die plaats vondplaatsvond in [[Tervuren]].
 
==Publicaties==
Regel 35:
* Paul VAN MOLLE, ''Het Belgisch parlement, 1894-1972'', Antwerpen, 1972.
* Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, ''État présent de la noblesse belge'', Annuaire 1984, Brussel, 1984
 
{{DEFAULTSORT:DeBethune, Léon}}
[[Categorie:Huis Bethune|Paul]]