Kendo: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 15:
Kendo wordt onderwezen met "[[zwaard (wapen)|zwaarden]]" gemaakt van gespleten [[Bamboe (materiaal)|bamboe]], ([[shinai]]) geheten. De beoefenaar (''kendoka'') draagt een uitgebreid beschermend harnas ([[Bogu]]). Bij het [[kenjutsu]] en 'kendo kata' worden ''[[boken]]'' (houten zwaarden) en ''[[katana]]'' (stalen zwaarden) gebruikt. In het moderne kendo zijn twee soorten aanvallen: slagen en stoten. Slagen zijn alleen toegestaan op bepaalde delen van het lichaam: de bovenkant en slapen van het hoofd, de rechter- en linkerzijde van het lichaam en de polsen. Stoten mogen alleen op de keel zijn gericht; of op de bovenkant van de borstplaat, bij wijze van verdediging, of om de tegenstander weg te stoten om daarna naar bijvoorbeeld het hoofd aan te vallen. Aangezien een verkeerd geplaatste stoot op de keel verwondingen kan veroorzaken wordt deze techniek op beginnersniveau veelal niet toegepast en pas later geïntroduceerd.
 
Bij wedstrijden worden alleen punten toegekend wanneer de aanvallen goed, gecontroleerd en vastberaden worden uitgevoerd. Ook moet de aanvaller met een (Japanse) kreet (kiai) aangeven welk lichaamsdeel hij aanvalt. Wanneer bijvoorbeeld het doel het hoofd van de tegenstander is, moet de kreet "[[Men kendo|men]]" worden geslaakt. Bij een aanval op de pols moet "kote" geroepen worden. Een aanval op de romp gaat vergezeld met ''do'' en bij een stoot op de keel van de tegenstander moet "[[tsuki]]" geroepen worden. Winnaar is degene die als eerste twee punten (ippon) scoort. De [[Internationale Kendo Federatie]] (IKF) is opgericht in [[1970]] en heeft leden in 44 landen. Iedere 3 jaar worden wereldkampioenschappen gehouden.
 
==Geschiedenis==