Bloedplaatje: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 8:
 
== Bepaling ==
Om te onderzoeken of iemand te weinig, genoeg of te veel bloedplaatjes in zijn bloed heeft, wordt in een [[Klinische chemie|klinisch chemisch laboratorium]] in het ziekenhuis of in een huisartsenlaboratorium het aantal bloedplaatjes bepaald. Dit gebeurt meestal met een zogenaamd hemocytometrie-apparaat. Dit apparaat kan met behulp van een impedantie of een optische meting bepalen wat de concentratie bloedplaatjes in iemands bloed is. Soms echter gaan de bloedplaatjes klonteren in de buis waarin het bloed afgenomen is. Dit heet EDTA-thrombopenie. Het is onschuldig voor de patiënt (dit klonteren gebeurt alleen in de buis), maar het aantal bloedplaatjes is dan niet meer nauwkeurig te
bepalen. Bij patiënten met dit fenomeen wordt dan een citraatbuis afgenomen om zo het aantal trombocyten (bloedplaatjes) te kunnen bepalen. Over het algemeen heeft het anti-stollingsmiddel in deze buis geen effect op de klontering van de trombocyten na de afname.
 
Naast afwijkingen in het aantal bloedplaatjes kan er in het [[klinisch chemisch laboratorium]] ook onderzoek gedaan worden naar het vermogen van de bloedplaatjes om te aggregeren, samen te klonteren. Dit onderzoek wordt trombocytenfunctie-onderzoek ofwel trombocytenaggregatie-onderzoek genoemd. Er worden verschillende stoffen aan de bloedplaatjes toegevoegd die bloedplaatjes van gezonde personen laten samenklonteren. Met dit onderzoek kunnen afwijkingen in het functioneren van bloedplaatjes opgespoord worden.
 
== Ziekten ==