Bloedplaatje: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
 
Als een bloedvatwand beschadigd is, gaan de bloedplaatjes aan de beschadigde wand plakken. Dit komt door binding van de bloedplaatjes aan [[collageen]]vezels die door de beschadiging bloot zijn komen te liggen. Daarnaast plakken de bloedplaatjes ook aan elkaar, aggregeren, en begint er zich een prop te vormen. Ook wordt [[fibrine]] gevormd uit [[fibrinogeen]]. Fibrine is een vezelachtige stof dat een netwerk van draden gaat vormen om de bloedprop te verstevigen. Daarbij komt ook [[tromboplastine]] vrij uit het beschadigde weefsel. Het vrijgekomen tromboplastine en het plakken van de bloedplaatjes staan aan het begin van een ingewikkelde keten van reacties, [[bloedstolling]], die eindigt met het ontstaan van een bloedstolsel. Zo kan er een afsluitende [[Embolie|bloedprop]] gevormd worden.
 
== Algemeen ==
bloedplaatjes worden geactiveerd bij een beschadiging van het bloedvatenstelsel. Op die manier wordt te veel bloedverlies tegengegaan door bloedstolling.
De Bloedplaatjes dragen een stof die bij verwonding vijkomt en waardoor het stollingseiwit (in plasma) fibrinogeen wordt omgezet tot fibrinedraden. Daardoor wordt een soort vangnet gevormd waarin de bloedcellen worden tegengehouden en op die manier ontstaat een bloedprop die de wonde afsluit.
 
== Bepaling ==