Anne de Koe: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Anne de Koe''', ([[Lemmer]], [[2 oktober]] [[1866]] - [[Lochum]], [[3 april]] [[1941]]), was [[Christenanarchisme|tolstojaan]] en directeur [[Ons Huis]] te Rotterdam.
 
Anne was de zoon van Hylke de Koe, kandidaat-notaris, en Reinschje Landmeter. Hij trouwde op 11 augustus 1896 met Allegonda Thieme, met wie hij drie dochters kreeg. [[Pieter Jelles Troelstra]] was een neef van Anne. Hun moeders waren zusjes met de achternaam Landmeter.
Regel 5:
De eigenzinnige Anne schreef zich tegen de wil van zijn ouders in 1889 als theologisch student te Leiden. De Koe vond dat de tijd van het dogmatisch preken voorbij was en dat het tijd voor christelijke daden was. De dominees zouden na het volgen van vakken als [[sociologie]] en [[economie]], als arbeider moeten werken. Ze zouden een sober leven moeten leiden, en solidair zijn met de arbeiders.
 
Nadat hij vier jaar als Nederlands-Hervormd predikant te Nieuwveen (Z.H.) gewerkt had, werd De Koe in 1898 benoemd in [[Den Helder]]. De Koe botste als anarcho-communist, tolstojaan en dus anti-militarist met de marinemensen. Het leidde ertoe dat hij zich in 1901 met zijn gezin aansloot bij de [[Vereniging Internationale Broederschap]], de kolonie van zijn vriend [[S.C. Kylstra]] te Blaricum.
In 1902 werd De Koe administrateur in de kolonie [[Walden (kolonie)|Walden]] van [[Frederik van Eeden (schrijver)|Frederik van Eeden]]. Hij voelde zich met name aangetrokken tot de ideeën van de Vereeniging Gemeenschappelijk Grondbezit (GGB). Toch kreeg hij al spoedig ruzie met Van Eeden. Het vertrouwen en blijmoedig streven naar een christelijk eiland en de nuchtere werkelijkheid van het kolonieleven leerde de deelnemers de beperkingen. In 1903 verlaat het gezin Walden en woont De Koe een tijdlang overspannen te [[Sexbierum]] bij zijn ouders.
 
Dan verhuist het gezin naar [[Bussum]], waar De Koe rechten en staatsinrichting studeert. In Bussum zit hij als tolstojaan voor de [[SDAP]] in gemeenteraad. In 1908 volgt zijn benoeming tot directeur van het pas geopende Ons Huis in Rotterdam. Daar houdt hij zich bezig met het volkshuiswerk en de gemeenschapsvorming. Ook in Rotterdam wordt hij raadslid voor de SDAP. De rechtlijnige De Koe botste hier vaak met anderen. In 1929 ging hij met vervroegd pensioen en vestigde zich te Lochem. Hoewel hij aan het eind van zijn leven flink moest lijden, weigerde hij de hulp van artsen.