Normaalschool: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 8:
Leerlingen ontvingen zogenaamde ''normaallessen'' aan dit type onderwijs. De termen ''Rijksnormaalschool'' (of ''Rijks normaalschool'') en ''Rijksdagnormaalschool'' (of ''Rijks dagnormaalschool'') komen ook voor.
Van oudsher werkten kwekelingen aan een lagere school, die daardoor werden opgeleid tot onderwijzer. Pas in de 19e eeuw is er een ontwikkeling, waarbij het rijk voor de lagere school eisen ging stellen aan bekwaamheid van de onderwijzers. In de [[Schoolwet (Nederland)|Schoolwet van 1806]] tijdens de Franse bezetting werd nog nauwelijks aandacht gegeven aan de opleiding. Wel was er een ordening op het afnemen en afleggen der Examens van Onderwijzers op de Openbare Lagere Scholen. In [[1816]] werden op grond van een [[Koninklijk Besluit]] twee Rijkskweekscholen opgericht in [[Haarlem]] en [[Groningen (stad)|Groningen]]. Ook de [[Maatschappij tot Nut van 't Algemeen]] ging in deze tijd over tot het oprichten van enkele leer- en kweekscholen. De meeste jongelui die onderwijzer wilden worden, kwamen echter nog steeds als kwekeling op de lagere school, waar zij al doende het vak leerden, voordat zij zich aan de examens tot het verkrijgen van een akte van bekwaamheid onderwierpen. Sedert de jaren twintig van
De Lager Onderwijswet van 1920 maakte aan de mogelijkheid van opleidingsklassen een definitief einde. Pas in [[1952]] verscheen de Kweekschoolwet. De nieuwe kweekschool kreeg 3 leerkringen. De eerste leerkring, 2 studiejaren omvattend, beoogde de algemene vorming van de leerlingen. De tweede leerkring, ook 2 leerjaren, had vooral tot doel de bijzondere vorming als toekomstig onderwijzer. De derde leerkring, omvatte het laatste studiejaar en beoogde een verdieping van enkele vakken, alsmede een verbreding van kennis en inzicht van het werk op de lagere school.
|