Elektronenschil: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
geprobeerd dit eenvoudiger uit te leggen zonder aan de inhoud af te doen
Regel 1:
[[Bestand:Elektronskil 011 Natrium.svg|thumb|Elektronenbezetting in natrium]]
'''Elektronenschillen''' zijn denkbeeldige banen om een [[atoomkern]], waarin zich de [[elektron]]en bevinden. De [[elektronenconfiguratie]] van de [[elektron]]en rond de [[atoomkern]] beschrijft in welke banen de elektronen zich bevinden in het [[atoom]]; deze banen worden de '''elektronenschil''' genoemd.
 
HetIn woordhet ''"baan"''[[atoommodel moetvan hierBohr]] echteruit met een korreltje zout genomen1913 worden, omdatmet het elektronaantal zichelektronen ookin alsde eenbuitenste golfverschijnsel ([[orbitaal]]theorie:elektronenschil de fysischescheikundige interpretatieeigenschappen van hetde [[Kwantummechanica|kwantummechanisch modelelement]])en gedraagtverklaard. De[[Niels baanBohr|Bohr]] isstelde meerzich eende staandelektronenschillen golfpatroonvoor metals buikenconcentrische enbanen, knopen.vergelijkbaar Voormet iederede baanbanen beschrijftvan eende wiskundige[[planeet|planeten]] vergelijking,in dehet [[SchrödingervergelijkingZonnestelsel]]. Zwaardere atomen hebben meerdere schillen, dedie waarschijnlijkheidvoorgesteld omworden hetals elektronwijdere ergensbanen aanom tede treffenatoomkern. ElkeElk baanschil heeft een bepaald [[discreet]] energieniveau ten opzichte van de kern.atoomkern: Inde hetbinnenste algemeenschillen geldt:hebben hoeeen verderlager vanenergieniveau dan de kern,buitenste. hoeDat hogerlaatste hetbetekent energieniveau,dat maarde elektronen zich normaal gesproken in een zo dicht mogelijk bij de atoomkern liggende schil zullen bevinden. De elektronen beïnvloeden ook elkaar echter, omdat zijhet geladen deeltjes zijn. Grofweg worden de binnenste banenschillen het eerst opgevuld maar door de onderlinge afstoting zijn daar uitzonderingen op. De banen kunnen onderverdeeld worden in een aantal schillen en subschillen, die genummerd kunnen worden met hun kwantumgetallen.
 
Volgens de moderne [[kwantumfysica]] kan Bohrs fysische interpretatie van concentrische banen niet kloppen, omdat een elektron zich niet alleen als een [[deeltje]], maar ook als een [[golf]]verschijnsel gedraagt. De schil is niet een concentrische baan, maar een staand golfpatroon met [[buik]]en en [[knoop|knopen]], dat in de kwantumfysica een [[orbitaal]] genoemd wordt. Daarnaast is niet met zekerheid te zeggen waar een elektron zich op een bepaald moment precies bevindt. Voor iedere orbitaal beschrijft een wiskundige vergelijking, de [[Schrödingervergelijking]], de waarschijnlijkheid om het elektron ergens aan te treffen.
De eerste drie [[kwantum]]getallen zijn altijd gehele getallen.
 
Elektronenschillen worden onderverdeeld in subschillen. Het aantal schillen en subschillen van een atoom wordt gegeven door de zogenaamde [[kwantumgetal]]len van het betreffende element.
 
== Kwantumgetallen ==
De eerste drie [[kwantum]]getallen zijn altijd gehele getallen.
 
===Het hoofdkwantumgetal ''n''===
Dit is een hoofdverdeling van de energieniveaus, de (hoofd)''schillen'' genoemd. Deze hoofdschillen (schalen) worden genummerd van 1 tot 7, van de kern naar buiten toe. Deze hoofdschillen worden wel respectievelijk met de letters K, L, M, N, O, P, Q enz. aangeduid. Deze namen worden vooral nog veel gebruikt bij [[röntgenstraling]], om aan te geven welke [[binnenschil]]len betrokken zijn bij de elektronische overgang die de [[straling]] veroorzaakt. In de scheikunde echter gebruikt men louter de nummers 1 tot 7. Hogere nummers dan 7 zijn in principe mogelijk, maar worden in praktijk niet gevonden, aangezien het aantal [[Element (scheikunde)|scheikundige elementen]] beperkt is.