Gustave Flaubert: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
geen
"In 1846 besloot hij..." - Wanneer is een link functioneel?
Regel 18:
 
== Levensloop ==
Flaubert werd geboren als zoon van de [[chirurg]] Achille Cléophas en zijn vrouw Anne Justines. Hoewel hij op school weinig uitvoerde, hield hij zich al vanaf zijn elfde bezig met literatuur. Flaubert verliet Rouen in [[1840]] om in Parijs rechten te gaan studeren. Het [[Epilepsie]]-Museum in Kehl-Kork ([[Duitsland]]) rekent hem tot de lijst vermaarde lijders aan deze ziekte.
 
Omdat hij van het buitenleven hield en in Parijs niet kon aarden, reisde hij tegen het eind van het jaar 1840 af naar de Pyreneeën en Corsica. Na zijn terugkeer in Parijs deed hij niets anders dan zijn tijd verspillen aan sombere dromen. In [[1846]] besloot hij in Croisset, een gehucht vlakbij Rouen, een huis te bouwen voor zijn moeder, die alleen was achtergebleven in Rouen, nadat zijn vader en zijn zus Caroline waren overleden. Het was voor hem ook een reden om Parijs te kunnen verlaten en zijn rechtenstudie op te geven. Het huis in Croisset bleef zijn woonplaats voor de rest van zijn leven.
 
Van 1846 tot 1854 onderhield Flaubert een relatie met de dichteres [[Louise Colet]]. Hun brieven zijn bewaard gebleven. Volgens Emile Faguet was dit de enige sentimentele episode van belang in het leven van Flaubert, die nooit is getrouwd. In haar literaire [[Salon (bijeenkomst)|salon]] ontmoette hij de actrice [[Edma Roger des Genettes]], een van de velen met wie hij een uitgebreide correspondentie onderhield. Zijn beste vriend op dat moment was [[Maxime du Camp]], met wie hij in 1846 naar Bretagne reisde en in 1849 naar Griekenland en Egypte. Deze twee landen maakten een diepe indruk op de verbeelding van Flaubert. Behalve voor een sporadisch bezoek aan Parijs verliet hij Croisset zelden meer.
 
Tot circa 1870 was het leven van Flaubert betrekkelijk vrij van rampspoed geweest, maar toen begon het ongeluk hem te achtervolgen. De angst voor de [[Frans-Pruisische oorlog]] vormde een aanslag op zijn gezondheid. Door de dood of fatale misverstanden verloor hij zijn beste vrienden. In [[1872]] overleed zijn moeder en sindsdien werd hij verpleegd door zijn nicht, mevrouw Commonville. Hij onderhield vriendschappelijke banden met [[George Sand]] en zag nu en dan zijn Parijse kennissen zoals [[Emile Zola]], [[Alphonse Daudet]], [[Ivan Toergenjev]] en de gebroeders [[Edmond de Goncourt|Goncourt]], maar dat weerhield hem er niet van om zich troosteloos en melancholisch te voelen. Hij bleef echter met dezelfde intensiteit schrijven.
 
=== Schrijverschap ===
Na zijn terugkeer in 1850 uit het [[Nabije Oosten]], begon hij met het schrijven van het boek "Madame Bovary". Hij had daarvoor nog nauwelijks iets geschreven of gepubliceerd. Het schrijven van de roman kostte hem uiteindelijk zes jaar. Vanaf [[1857]] werd het in afleveringen geplaatst in het blad "Revue de Paris". In eerste instantie was er uit bepaalde hoeken verzet tegen de publicatie en de overheid klaagde zowel hem als de uitgever aan, omdat de roman immoreel zou zijn. Toen het verhaal uiteindelijk in boekvorm verscheen, kreeg het echter een warm onthaal.
 
In 1858 bracht Flaubert een bezoek aan [[Carthago]]. Naar aanleiding van dat bezoek begon hij zich in archeologie te verdiepen om zijn volgende boek, ''Salammbô'' te kunnen schrijven. Hoewel hij onafgebroken doorwerkte, was het boek pas in 1862 af. Daarna schreef hij het boek ''[[L'éducation sentimentale]]'', waarin hij gebruik maakte van veel herinneringen uit zijn kinderjaren. Het kostte hem zeven jaar voordat het boek uiteindelijk in [[1869]] gepubliceerd kan worden.
 
Naast zijn gepubliceerde werken zijn volgens sommigen de brieven het échte meesterwerk van Flaubert. Na zijn dood zijn tal van onbetrouwbare uitgaven hiervan verschenen. Tussen 1973 en 2007 publiceerde uitgeverij [[Gallimard]] een standaard-editie van Flauberts ''Correspondance'' in vijf dikke delen in de prestigieuze Pléiade-reeks, tezamen meer dan 7.500 bladzijden. Uitgebreide selecties hieruit werden in het Nederlands vertaald door Edu Borger en verschenen in vier verschillende delen in de reeks Privé-domein.