Schacht (mijnbouw): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 82:
 
== Het dichten van buiten bedrijf gestelde schachten ==
Nadat de Limburgse mijnen waren gesloten zocht men naar geschikte technologie om de overbodige schachten definitief af te sluiten. De meeste ondergrondse werken werden intact gelaten, daar het te duur was om deze te ontmantelen. De verlaten mijnschachten moesten echter uit veiligheidsoverwegingen worden gedicht. Het streven hierbij was, dat de toestand ter plaatse na de sluiting, zoveelzo veel mogelijk de toestand vóór het afdiepen van de schacht benadert. De uit andere landen opgedane ervaringen toonden aan dat het geheel opvullen van de schachten niet alleen duur was, maar ook kon leiden ernstige verzakkingen. Er werd daarom besloten de schachten slechts gedeeltelijk te dempen met vulmateriaal bestaande uit beton of los gesteente. Hierbij werd de schacht op één of meerdere plaatsen voorzien van betonnen proppen. De schachtmond werd afgedicht met beton. Omdat de diverse schachten onderling nogal van elkaar verschilden, moest bij de afdichting met veel dingen rekening worden gehouden, zoals onder andere: de diepte van de schacht, de dikte van het dekterrein, de diameter van de schacht, de ruwheid van de schachtwanden, en de onderlinge afstand tussen de verdiepingen.
 
Er werden daarom voor het dichten van de schachten vier verschillende methodes toegepast; de zogenaamde ''oplegprop'' (methode I), en drie verschillende varianten van de zogenoemde ''kleefprop'' (methode II).