Buitenzintuiglijke waarneming: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Addbot (overleg | bijdragen)
k Verplaatsing van 33 interwikilinks die op Wikidata beschikbaar zijn op d:q790024
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: Waarneming - Koppeling(en) gewijzigd naar waarneming (perceptie)
Regel 1:
'''Buitenzintuiglijke waarneming''' of '''ESP''' (voor ''extrasensory perception'') is [[waarneming (perceptie)|waarneming]] die onafhankelijk van de bekende zintuiglijke processen gebeurt. Tot deze categorie van fenomenen behoren [[telepathie]], [[helderziendheid]], [[proscopie]] en [[helderhorendheid]]. Hoewel veel wetenschappers nog steeds aan het bestaan ​​van ESP twijfelen, worden mensen die beweren over dit vermogen te beschikken soms gebruikt door onderzoeksteams bij het zoeken naar vermiste personen of zaken.<ref>Encyclopaedia Britannica 15th edition: "Extrasensory perception (ESP)"</ref>
 
Het fenomeen is uitgebreid onderzocht in de [[parapsychologie]]. Uit proeven met [[Zenerkaarten]] van onder anderen [[J.B. Rhine]] van [[Duke University]] zou gebleken zijn dat proefpersonen vaker correct de afbeelding op dergelijke kaarten konden aangeven dan men op grond van [[kans (statistiek)|kans]] zou verwachten. Dit werd toegeschreven aan het veronderstelde vermogen van de mens tot buitenzintuiglijk waarnemen. Rhine behaalde echter een statistisch significant resultaat van slechts enkele procenten. Veel critici, waaronder [[Susan Blackmore]], wijzen er op dat deze onderzoeken slecht waren opgezet en dat er andere, naturalistische verklaringen voor de waargenomen afwijking te geven zijn. Blackmore, die getuige was geweest van dergelijke experimenten, constateerde dat proefpersonen eerst mochten oefenen, en dat de eerste resultaten niet werden meegeteld. Vanaf welk moment de resultaten mochten meetellen werd bepaald door de onderzoeker. Voorts, als een proefpersoon een slechte serie maakte, dan werd dat geweten aan vermoeidheid. De proefpersoon mocht zich dan gaan opfrissen, en de reeks werd als ongeldig beschouwd en niet meegeteld. Ook speelt [[publicatiebias]] een rol, het feit dat wetenschappelijke tijdschriften liever berichten over positieve resultaten dan over proeven die geen of negatieve resultaten opleverden, waardoor de indruk ontstaat dat ESP-onderzoek alleen maar positieve resultaten laat zien.