Legpuzzel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 12:
De vorm van de stukjes voor veel legpuzzels is zo dat de stukjes aan sommige zijden uitsteeksels hebben die in een inkeping in een naburig stukje passen. De patronen van deze uitsteeksels kunnen regelmatig zijn, maar voor ingewikkelder puzzels zijn de stukjes onregelmatiger. In sommige puzzels zijn alle uitsteeksels gelijk gevormd, in andere puzzels zijn ze allemaal verschillend zodat het in theorie mogelijk is om de puzzel op te lossen zonder naar de afbeelding te kijken. Vaak is het patroon van een legpuzzel zodanig dat op alle snijpunten 4 stukjes bij elkaar komen: zo'n puzzel is gesneden met doorlopende verticale en horizontale lijnen. Er zijn ook moeilijkere legpuzzels waarbij dit niet het geval is; daar komen de snijlijnen niet alleen bij elkaar in ''kruisingen'' maar ook in ''T-splitsingen''.
 
Legpuzzels zijn te krijgen vanaf 4 eenvoudig gevormde stukjes met een simpele afbeelding voor de allerkleinste kinderen, tot monsters van enkele duizenden (tot wel 2432.000) stukjes waarop zeer ingewikkelde en repetitieve afbeeldingen staan. Het in elkaar leggen van grotere modellen kan vele dagen tot enkele weken werk kosten.
 
Een effectieve techniek om grotere legpuzzels te maken is om te beginnen de randen van de puzzel te maken (eerst de hoeken op hun plek), alvorens te beginnen met de invulling. De invulling kan het beste vanaf een zijkant worden begonnen; en als dit niet lukt, kan men het vanaf een andere kant opnieuw proberen.