Koninklijk Hongarije (1526-1867): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Legobot (overleg | bijdragen)
k Robot: Verplaatsing van 1 interwikilinks. Deze staan nu op Wikidata onder d:q253094
Taalvos (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 28:
}}
 
'''Koninklijk Hongarije''' was tussen 1526 en 1867 de naam van een deel van het gebied van het [[Koninkrijk Hongarije (1000-1526)|middeleeuwse Hongarije]] en het [[Koninkrijk Kroatië (Middeleeuwen)|Koninkrijk Kroatië]] waar de [[Habsburgers|Habsburgse Monarchie]] sinds 1526 over heersdenheerste als koningen van Hongarije en Kroatië.

Na de Ottomaanse overwinning bij de [[Slag bij Mohács (1526)|Slag bij Mohács]] werd het landHongarije gesplitst in drie delen. De Habsburgers heerdtenheersten over het noordelijke en westelijke deel. De andere twee delen waren het centrale gedeeldegedeelte van het land dat bezet werd door het [[Ottomaanse Rijk]] (ook [[Ottomaans Hongarije]] genoemd) en het [[Partium|Oost-Hongaarse Koninkrijk]], dat later deel werd van het [[Vorstendom Transsylvanië]], werd. Deze laatste was een Ottomaanse vazalstaatdat voor een groot gedeeltedeel van zijn geschiedenis. Naeen hetOttomaanse eindevazalstaat vanwas.

Na de [[Grote Turkse Oorlog]] in ([[1699]]) kregen de Habsburgers door de [[Vrede van Karlowitz]] de andere delen van het vroegere koninkrijk in bezit en voegden die samen met het gebied waardat ze al sinds 1526 verkregen haddenbeheersten.
 
== Geschiedenis ==
Regel 35 ⟶ 39:
De Habsburgers, een invloedrijke dynastie van het [[Heilige Roomse Rijk]] werden gekozen als [[Lijst van koningen van Hongarije|koningen van Hongarije]].
 
De Habsburgse koning had directe controle over de financiële, militaire en buitenlandse zaken en keizerlijke troepen bewaakten de grenzen. Ze stelden geen palatinepalatijn aan, zoals voorheen, die de koning verving bij afwezigheid zodat deze niet te veel macht zou krijgen. Hierbij kwam ook nog de Turkse kwestie die de Habsburgers en de Hongaren verdeelde: [[Wenen]] wilde de vrede bewaren met de Ottomanen terwijl de Hongaren de Ottomanen buiten wilden. Hierdoor werden de Hongaren anti-Habsburg. Ze klaagden over de buitenlandse overheersing, het gedrag van de buitenlandse garnizoenen en de Habsburgse erkenning van de Turkse soevereiniteit in Transsylvanië. Protestanten, die in koninklijk Hongarije vervolgd werden, beschouwden de [[contrareformatie]] echter als een grotere bedreiging dan de Turken.
 
De [[Reformatie]] verspreidde zich snel en in de vroege zeventiende eeuw waren nog maar weinig families van adel katholiek. Aartsbisschop [[Péter Pázmány]] reorganiseerde de rooms-katholieke kerk en leidde een contrareformatie tegen de protestanten. De katholieken steunden de Habsburgers terwijl de protestanten tegen hen waren en door de Oostenrijkers als rebels werden beschouwd.
 
De nederlaag van de Ottomaanse [[grootvizier]] [[Kara Mustafa]] bij het [[beleg van Wenen (1683)|beleg van Wenen]] in [[1683]] tegen de legers van [[Polen-Litouwen]] en het [[Heilige Roomse Rijk]] was het begin van de stagnatie van het [[Ottomaanse Rijk]].
In [[1699]] beëindigde de [[Vrede van Karlowitz]] de [[Grote Turkse Oorlog]] en stonden de Turken [[Ottomaans Hongarije]] en [[Partium|Oost-Hongarije]] af aan de [[Habsburg]]ers. De nieuwe territoria werden verenigd met dat van [[Koninklijk Hongarije]] en geregeerd vanuit Pressburg ([[Bratislava]]). Nadat de Habsburgers [[Ottomaans Hongarije]] van de Turken veroverden in [[1699]] werd de term "Koninklijk Hongarije" niet meer gebruikt, maar de Habsburgse koningen bleven het gebied nog steeds Koninkrijk [[Hongarije]] noemen, terwijl het één van de [[Landen van de Heilige Hongaarse Stefanskroon]] geworden was.
 
===18de eeuw===
Nadat dat Habsburgse controle over de Turkse bezittingen begon toe te nemen vonden de ministers van [[keizer Leopold I]] dat hij over Hongarije zou moeten regeren. In [[1690]] begon Leopold gebieden die van de Turken bevrijd waren, opnieuw te verdelen. Protestante edelen en andere Hongaren, waarvan men dacht dat ze niet trouw waren aan de Habsburgers, verloren hun bezittingen aan buitenlanders. [[Wenen]] had controle over buitenlandse zaken, defensie, tarieven en nog andere functies.
 
De acties tegen de protestanten en het afnemen van grondgebieden verbitterden de Hongaren en in 1703 brak er een boerenopstand uit waaruit acht jaar rebellie ontsproot die het Habsburgse juk wou afgooien. In [[Zevenburgen]] (Transsylvanië) verenigden de protestanten, boeren en soldaten van verschillende etnische oorsprongen (Hongaars, Roemeens, Slowaaks) zich onder leiding van [[Frans II Rákóczi]], een rooms-katholieke [[magnaat]] die nauwelijks Hongaars sprak. Een groot gedeelte van de provincie Hongarije schaarde zich achter Rakoczi en samen stemden ze tegen het Habsburgse recht op de troon. Nadat de Habsburgers hun volledige macht uitoefenden op de rebellen stopte de rebellie in 1711 in de [[Vrede van Szatmár]].
 
Leopolds opvolger, [[keizer Karel VI]] (1711-1740), bouwde aan een goede relatie met Hongarije. Hij vroeg akkoord voor de [[Pragmatieke Sanctie (1713)|Pragmatieke Sanctie]] waarbij de Habsburgse monarch over Hongarije zou heersen, niet als keizer maar als koning onder de Hongaarse grondwet. Hij hoopte dat deze pragmatieke sanctie het Habsburgse Rijk intact zou houden na zijn dood als zijn dochter [[Maria Theresia van Oostenrijk (1717-1780)|Maria Theresia]] hem zou opvolgen. Tien jaar later werd deze pragmatieke sanctie goedgekeurd waarmee Hongarije akkoord ging met een erfelijke Habsburgse monarchie voor zolang hun dynastie zou bestaan. In de praktijk regeerden Karel en zijn opvolgers op een autocratische wijze en hadden zeggenschap over de buitenlandse zaken, defensie en financiën maar waren wel te laks om belastingen op te leggen aan de edelen zonder hun toestemming.
 
Onder de regeringsperiode van Karel en Maria Theresia daalde de economie van het land verder. Na eeuwen van Ottomaanse bezetting, rebellie en oorlogen was de bevolking van het land sterk verminderd en grote delen van het zuiden van het land waren zo goed als verlaten. Er was een tekort aan werkkrachten toen grondbezitters hun eigendommen lieten opknappen. Om dit euvel te verhelpen werd het land bevolkt met boeren uit heel Europa, voornamelijk Slowaken, Serviërs, Kroaten en Duitsers. Vele joden immigreerden ook uit Wenen en Polen naar Hongarije. Tussen [[1720]] en [[1787]] verdrievoudigde de bevolking naar meer dan 8 miljoen, waarvan slechts 39 procent [[Magyaren]] waren, die grotendeels in het centrum van het land leefden.
Regel 53 ⟶ 57:
Van het begin tot het midden van de achttiende eeuw had het land een primitieve landbouweconomie die werk bood aan 90% van de bevolking. Door ondeskundigheid ging ook nog eens een deel van de oogst verloren. De ruilhandel werd weer ingevoerd in plaats van geldtransacties. Na [[1760]] kwam er een overschot aan werkkrachten. De bevolking van de horigen groeide terwijl de levensstandaard daalde. Landeigenaars begon hun huurders uit te buiten. Maria Theresia kwam op voor de horigen en gaf hen de vrijheid terug maar ondanks haar inspanningen verergerde de situatie.
 
[[Keizer Jozef II]] (1780-1790) , een dynamische leider en sterk beïnvloed door de [[Verlichting (stroming)|Verlichting]], haalde Hongarije uit de malaise nadat hij de troon van zijn moeder erfde. Jozef wilde de macht in het land centraliseren en weigerde om de eed van koning van Hongarije af te leggen omdat zijn macht dan beperkt zou worden door de Hongaarse grondwet. Hij zorgde er wel voor dat boeren geen lijfeigenen meer waren en voortaan vrij waren. Het geloof werd niet meer als een staatszaak beschouwd maar als een persoonlijke keuze. De rechten voor de joden werden ook verbeterd. Het Duits verving vanaf nu het [[Latijn]] als officiële taal. Het koninkrijk Hongarije, het [[Koninkrijk Kroatië (Habsburg)|koninkrijk Kroatië]] en het [[Vorstendom Transsylvanië|grootvorstendom Transsylvanië]] kwamen onder één gezag te staan en kreeg de naam [[Landen van de Heilige Hongaarse Stefanskroon]]. Nadat de Hongaarse adel opnieuw weigerde belastingen te betalen, verbood Jozef de import van Hongaarse goederen naar Oostenrijk. Hij voerde zelfs algemene belastingen in.
 
Dit was echter niet naar de zin van de adel en de clerus, maar ook de boeren waren ontevreden met de belastingen, de dienstplicht en het afgeven van eigen voorraden. Er kwam ook opstand tegen de Duitse taal en de Hongaren stonden op het feit dat ze hun eigen taal mochten spreken. De Hongaarse taal en cultuur leefden opnieuw op. Dit zorgde ook voor een heropleving bij de Slowaakse, Roemeense, Servische en Kroatische minderheden in Hongarije en Transsylvanië die zich bedreigd voelden door zowel de Duitse als de Magyaarse cultuur. Deze nationale heropleving resulteerde in nationale bewegingen in de negentiende en vroege twintigste eeuw die uiteindelijk bijdroegen aan het instorten van het keizerrijk.
 
Een campagne tegen de Turken verzwakte zijn keizerrijk en in [[1790]] overleed de keizer. Drie weken voor zijn dood maakte hij een groot deel van zijn hervormingen ongedaan.
 
Jozefs opvolger, zijn broer, [[keizer Leopold II]], maakte van Hongarije opnieuw een apart land onder de Habsburgse kroon en maakte ook van Kroatië en Transsylvanië aparte territoriale [[entiteit]]en. In [[1791]] werd een wet goedgekeurd dat Hongarije enkel door een koning geregeerd mocht wonenworden die wettelijk gekroond werdwas volgens de Hongaarse wetten. Deze wet was de basis voor de eis van staatshervormingen in de periode 1825-1849. Het Latijn werd heringevoerd als officiële taal. Leopold stierf in [[1792]].
 
===Eerste helft van de 19de eeuw===
Keizer [[Keizer Frans II|Frans I van Oostenrijk]] (1792-1835) had een abnormale afkeer voor verandering en zorgde er zo voor dat Hongarije decennia lang politiek stagneerde. In 1795 arresteerde de Hongaarse politie een abt en verschillende toonaangevende denkers die een revolutie planden om een democratisch egalitair systeem te installeren in Hongarije. Hierna drukte Frans meteen elke vorm van verandering die tot revolutie zou kunnen leiden de kop in. De zogenaamde rebellen werden geëxecuteerd en ideeën voor hervormingen bleven opgeborgen.
 
In het begin van de negentiende eeuw werd de landbouw omgevormd naar een grootschalige productie voor een grote markt. Weg- en waterwegen verbeterden, wat de [[transportkosten]] deed verminderen, en door de verstedelijking van Oostenrijk, Bohemen en Moravië en de nood vooraan voorraden tijdens de Napoleonistische oorlogen zorgden voor een verhoging van de vraag naar voedsel en kleding. Hongarije werd een grote graan- en wolexporteur. Veel geld ging naar de magnaten die het niet zagen als investeringskapitaal maar als een middel om luxe aan hun leven toe te voegen. Linnen en zilverwerk, dat vroeger als luxegoed beschouwd werd, was nu een noodzaak. De rijke magnaten hadden weinig moeite met het balanceren van hun uitgaven en inkomsten, maar de minder rijke adel, die bang was zijn sociale standing te verliezen, ging zwaar in de schuld om hun uitgaven te kunnen financieren.
 
Na de nederlaag van Napoleon kwam er recessie. De graanprijzen stortten in aangezien de vraag verminderde en de schulden van de minder rijke adel werd groter. Er heerste zelfs armoede onder hen waardoor ze moesten werken voor hun onderhoud. De kinderen van de adellijken gingen nu studeren. In 1820 was de vraag weer gestegen maar het bleef slecht gaan met de adel. Velen van de jongeren hadden nu een diploma maar er waren niet genoeg jobs in aanbieding waardoor velen werkloos bleven. Deze intelligente werklozen kregen al snel radicale politieke ideologieën afkomstig uit West-Europa en schaarden zich bijeen om het Hongaarse politieke systeem te veranderen.
 
Graaf [[István Széchenyi]], een magnaat van één van de machtigste families van Hongarije, was de eerste die een speech gaf in het Hongaars in de Kamer en stelde ook voor om een Hongaarse academie op te richten voor kunst en wetenschappen en steunde dit ook financieel. In 1831 kreeg hij tegenwind van de adel omdat hij in zijn boek Hitel zei dat de adel te veel privileges had. Hij vroeg om een economische revolutie en zei dat enkel de magnaten in staat waren om regeringshervormingen te bekomen. Széchenyi had een goede band met het Habsburgse Rijk. Dankzij hem werd er ook een brug gebouwd die Boeda en Pest verenigden. De regeringshervormingen, die Széchenyi in gedachten had ,mislukten uiteindelijk door toedoen van de andere magnaten.
 
[[Lajos Kossuth]] was de volgende die om verandering vroeg en hij was succesvoller. In 1836 werd hij naar de gevangenis gestuurd voor verraad. Nadat hij weer vrijkwam in 1840 werd hij uitgever van een liberale nieuwskrant. In 1843 werd HongaarseHongaars de officiële taal, ondanks bezwaren van de Kroaten, Slowaken, Serviërs en Roemenen.
 
===Revolutie van 1848===
{{Zie hoofdartikel|Hongaarse Revolutie van 1848}}
 
Het ongenoegen van de verschillende etnische groepen, niet alleen in Hongarije maar in het hele Habsburgse Rijk, zou zijn hoogtepunt bereiken in de [[maartrevolutie]] van 1848. De Oostenrijkers vroegen hulp aan de [[Keizerrijk Rusland|Russische]] troepen die de opstand de kop indrukten, waardoor [[Frans Jozef I van Oostenrijk|Frans Jozef I]] bijna twee decennia lang de absolute macht kreeg.
 
=== 1848 - 1867 ===