Hélène Nolthenius: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k opmaak
Regel 34:
 
Nolthenius studeerde [[muziekwetenschap]] aan de [[Rijksuniversiteit Utrecht|Universiteit Utrecht]]. Daarmee zette zij een familietraditie voort. Zowel grootvader als vader waren [[classicus]] en [[musicus]]. In 1941 richtte zij samen met Nancy van der Elst [[Hucbald (studievereniging)|Studievereniging Hucbald]] op. Van der Elst componeerde enkele werken op teksten van Nolthenius, waaronder het - nog steeds door de vereniging gebruikte - Hucbald-'motet'. <br />
Vanuit een sterke sociale bewogenheid sloot zij zich enige tijd aan bij de [[Communistische Partij van Nederland|CPN]]. Ook was zij enige tijd belijdend [[rooms-katholieke Kerk|katholiek]]. In 1945 deed Nolthenius [[doctoraalexamen]]. Zij begon haar carrière met het schrijven van muziek[[recensie]]s voor het rooms-katholieke dagblad [[De Maasbode]]. Zij werd in 1946 hoofd van de muziekafdeling van de [[Katholieke Radio Omroep]] (KRO). In 1948 [[wetenschappelijke promotie|promoveerde]] zij bij [[Albert Smijers]] op een [[proefschrift]] over ''De oudste melodiek van Italië : de muziek van het Duecento''.
 
Begin jaren vijftig verschenen haar eerste literair-wetenschappelijke boeken waarmee zij beroemd werd. In de jaren zeventig en tachtig publiceerde zij misdaadromans die zij situeerde in het middeleeuwse Italië.
 
In 1958 werd Nolthenius [[buitengewoon hoogleraar]] muziekgeschiedenis van de Oudheid en de [[Middeleeuwen]] aan de [[Rijksuniversiteit Utrecht]]. In 1966 werd haar [[leerstoel]] omgezet in een gewoon [[hoogleraar]]schap. In 1974 werd zij benoemd tot lid van de [[Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen]], (KNAW). Sedert de jaren negentig wordt zij beschouwd als een belangrijke voortrekker op het gebied van de nieuwe geschiedschrijving, met name de mentaliteitsgeschiedenis.
 
Als erudiete geleerde stond Nolthenius pal voor het behoud van de humaniora aan de universiteit. Zij leed zeer onder de algemene teruggang in het ontwikkelingsniveau van studenten. Deze waren het gevolg van een reeks bezuinigingsrondes in de jaren zestig en zeventig. Zij was een geliefd docent, al kon zij in haar colleges ongenaakbaar overkomen en waren haar tentamens gevreesd. Hélène Nolthenius was zeer onder de indruk van [[Franciscus van Assisi]], ook al distantieerde zij zich van het katholicisme en koos zij voor de rede boven het geloof<ref>[[Etty Mulder]]: ''Rede en vervoering : Helene Nolthenius 1920 -2000''. Vantilt, 2009.</ref>. Gebeurtenissen in de oorlogstijd hadden een blijvende invloed op haar leven.