Landschap Twente: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MexicanoBot (overleg | bijdragen)
k link gelijk aan linktekst CW ID: 64
AGL (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 31:
}}
 
Het '''landschap''', '''kwartier''' of '''gewest Twente''' was vanaf de [[Latelate Middeleeuwenmiddeleeuwen]] tot het einde van de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden]] in 1795 een van de drie kwartieren van [[heerlijkheid Overijssel|Overijssel]]. Het gebied valt samen met wat tegenwoordig nog steeds [[Twente]] wordt genoemd, oorspronkelijk maakte echter ook dehet Niedergrafschaft Bentheim er deel van uit. Het grootste deel van het kwartier werd gevormd door het [[drostambt]] Twente.
 
==Begrenzing==
Het gewest Twente grensde in het noorden aan de Niedergrafschaft Bentheim, in het westen aan [[Salland]], in het zuiden aan de [[heerlijkheid Borculo]] en in het oosten aan het [[prinsbisdom Münster]] en dehet Obergrafschaft Bentheim.
 
==Geschiedenis==
Regel 47:
 
===Het platteland===
In de Middeleeuwenmiddeleeuwen leefden de meeste Twentenaren van de landbouw, met name akkerbouw. De boeren woonden in kleine sociale gemeenschappen, de [[buurschap]]pen. Enkele buurschappen samen vormden een [[kerspel]] dat zeer grote afmetingen kon hebben. Het kerspel Ootmarsum bijvoorbeeld omvatte oorspronkelijk ook Almelo.
 
Het platteland van Twente werd gekenmerkt door een [[es (geografie)|es]]sen- en kampenlandschap. Alleen in Vriezenveen bestond een slagenlandschap met opstrekkende heerden. Het grootste deel was echter [[woeste grond]]. De bewoners vielen oorspronkelijk in vier sociale lagen: de edelen, de vrijgeborenen, de vrijgelatenen en de horigen. De adel en de vrije boeren vormden de kleinste categorie. Een groot deel van de boerderijen was [[horig]]. Ze waren ofwel eigendom van adellijke bezitters, dan wel van grote geestelijke instellingen zoals kloosters. Verreweg de grootste eigenaar van horige erven was de landsheer, de bisschop van Utrecht. Zijn bezittingen waren georganiseerd in 7 hoven. Deze hoven waren de hoven Borne, Delden, Goor, Oldenzaal, Ootmarsum en Wedehoen. In 1333 kwam daar met de verwerving van de heerlijkheid Diepenheim de hof Kagelink bij. Andere grote instellingen waren de [[abdij Werden]], het klooster [[Lorsch]], het Kapittel van Sint-Pieter te Utrecht, het Kapittel van Sint-Lebuïnus te Deventer en het [[sticht Essen|stift Essen]].
Regel 75:
 
===Twente wordt deel van Overijssel===
Tot 1528 maakte Twente deel uit van het Oversticht. Dat verkeerde sinds 1510 in oorlog met hertog [[Karel van Gelre]], één van de zogenaamde [[Gelderse Oorlogen]]. De gekozen bisschop van Utrecht, [[Hendrik van Beieren (bisschop)|Hendrik van Beieren]], wist deze oorlog niet te beëindigen. De landschappen van het Oversticht besloten hierop [[Karelkeizer V van het Heilige Roomse Rijk|Karel V]] als hun heer te aanvaarden. Dit vormde het begin van de [[heerlijkheid Overijssel]] waarin de oude landschappen Salland, Twente en het [[Land van Vollenhove]] samen vertegenwoordigd waren. De Ridderschap van Twente bleef weliswaar bestaan maar had geen feitelijke bestuurstaken meer. De landschappen bleven echter afzonderlijke bestuurlijke en administratieve eenheden vormen binnen de provincie.
 
==Bestuurlijke indeling==