DNA-onderzoek: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 6:
Voor forensisch DNA-onderzoek zijn tenminste twee DNA-profielen nodig. Het eerste is afkomstig van een biologisch spoor veiliggesteld op een ‘[[plaats delict]]’. Om een misdrijf op te kunnen lossen, wordt een DNA-spoor vergeleken met het DNA-profiel van een bekende persoon, bijvoorbeeld een verdachte. Als de DNA-profielen met elkaar overeenkomen, dan wordt die match uitgedrukt in een statistisch getal, de ''random match probability'' (RMP), welke standaard luidt: De kans dat een willekeurig ander individu, welke geen bloedverwant is van de verdachte, hetzelfde DNA-profiel bezit als dat van bovengenoemd sporenmateriaal is minder dan 1 op de miljard. Een random match probability wordt vaak gebruikt als bewijs in strafzaken.
Alleen DNA-profielen die zijn opgesteld in een laboratorium met zogenaamde ISO 17020 accreditering worden als wettig bewijsmateriaal erkend. Op dit ogenblik zijn er vijf laboratoria in Nederland met een dergelijke accreditatie: [http://www.forensischinstituut.nl/ het Nederlands Forensisch Instituut in Den Haag], [http://www.fldo.nl/ het Forensisch Laboratorium voor DNA-onderzoek in Leiden], [
Forensisch DNA-onderzoek kent vele verschillende technieken. Het meeste DNA-onderzoek individualiseert en is gericht op het vaststellen van identiteit. Andere technieken hebben betrekking op het vaststellen van uiterlijk waarneembare persoonskenmerken of het zoeken naar verwantschapsrelaties. Beide technieken zijn toegepast in Nederland, bijvoorbeed [http://www.om.nl/organisatie/item_144364/item_147882/nieuwsberichten/@158648/dna-onderzoek-moord/ in de zaak] [http://www.lumc.nl/0000/12296/80804012111221/80805101133185/80805030810185/ Marianne Vaatstra]. Een van de belangrijkste technieken is het vermeerderen van biologisch materiaal ''[[In vitro|in vitro]]'', meestal wordt gesproken over ''[[Polymerase Chain Reaction|polymerase chain reaction]]'' (PCR). Een afgeleide hiervan is zogenaamd Low Template DNA-onderzoek (soms ook Low Copy Number, LCN, genoemd).
|