Koh-i-Noor: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MrBlueBot (overleg | bijdragen)
k Link naar doorverwijspagina gerepareerd (Punjab naar Punjab (gebied)), met behulp van pop-ups
Regel 10:
De Koh-i-Noor bleef in het bezit van de Mogolkeizers. [[Shah Jahan]] liet hem in de beroemde [[pauwentroon]] zetten. In de nadagen van het Mogolrijk wist de Perzische veldheer [[Nadir Sjah (Perzië)|Nadir Sjah]] in 1739 [[Delhi (stad)|Delhi]] in te nemen en keizer [[Muhammad Shah (Mogolkeizer)|Muhammad Shah]] gevangen te nemen. Hij kwam volgens de overlevering op slinkse wijze in het bezit van de grote steen. Nadir Shah stelde voor om van tulband te wisselen met de Mogolkeizer, die de diamant daarin had verstopt. Toen Nadir Shah de bijzondere edelsteen ontdekte, riep hij uit: ''Koh-i-noor!'' ([[Perzisch]] voor "berg van licht").
 
Nadir Shah bracht de edelsteen naar [[Perzië]], waar de diamant na zijn dood in handen kwam van de [[Kadjaren]]dynastie. De laatste Perzische eigenaar van de diamant was [[Shah Shujah Durrani]], die met [[Mahmud Shah]] tussen 1801 en 1809 om de Perzische troon streed. In 1809 vluchtte hij met de Koh-i-Noor naar [[Punjab (gebied)|Punjab]], waar hij gevangen genomen werd door de soldaten van [[Sikhrijk|sikh-maharadja]] [[Ranjit Singh]]. Shah Shujah kocht zich vrij door de maharadja de diamant te geven. Deze zou de Koh-i-Noor geregeld in zijn tulband dragen. In zijn testament droeg de maharadja de diamant over aan de [[Jagannathtempel]] in [[Puri]], een van de belangrijkste hindoetempels van India. Zijn opvolgers besloten echter anders en de edelsteen bleef in Punjab.
 
Toen de Britse [[East India Company]] in 1849 het Sikhrijk innam werd de laatste sikh-keizer, [[Dalip Singh (maharadja)|Dalip Singh]], gevangen genomen. De Britten stalen de Koh-i-Noor om aan koningin Victoria te schenken. Om de ''brilliance'' van de edelsteen te benadrukken, werd in 1852 besloten de steen te herslijpen. Het formaat werd hierdoor teruggebracht van 186 karaat tot het hedendaagse 108,93 karaat.