Orthosympathisch zenuwstelsel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k pat->path-
Oudeisplus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Het '''orthosympathisch zenuwstelsel''', ook wel '''sympathisch zenuwstelsel''' genoemd, is het deel van het [[autonome zenuwstelsel]] dat de [[orgaan|organen]] zodanig beïnvloedt dat het [[lichaam (biologie)|lichaam]] [[Arbeid (natuurkunde)|arbeid]] kan verrichten. Hiervoor is [[energie]] nodig. Het orthosympathische zenuwstelsel bevordert dan ook de [[dissimilatie (chemie)|dissimilatie]], waarbij energie vrijkomt.

Het andere deel van het autonome zenuwstelsel heet het [[parasympathisch zenuwstelsel|parasympathische zenuwstelsel]].
 
Het orthosympathisch deel zorgt bij activiteit van het lichaam onder andere voor een hogere [[hart]]slagfrequentie, verwijding van de [[bloedvat]]en in de spieren (door aanwezigheid van bèta 2-receptoren in de bloedvaten) en een hogere [[Adem (lucht)|adem]]frequentie, maar remt de [[spijsvertering]]. Wanneer het lichaam in rust is, wordt de spijsvertering actief.
 
Bij het orthosympathische zenuwstelsel worden impulsen vanuit het [[ruggenmerg]] via de [[grensstreng]]en naar de [[orgaan|organen]] geleid. Grensstrengen zijn twee reeksen van [[zenuwknoop|ganglia]] links en rechts van de wervelkolom. Vanuit deze ganglia lopen [[zenuw]]en naar de organen. De signaaloverdracht geschiedt in de orthosympathicus grotendeels in twee fasen: via de preganglionvezels die eindigen in de grensstrengganglia en vervolgens via de postganglionvezels, eindigend in het eindorgaan. De signaaloverdracht is cholinergisch (met [[acetylcholine]] als neurotransmitter) in de grensstreng en adrenerg (met [[noradrenaline]] als neurotransmitter) bij het eindorgaan.
 
Preganglionaire cellichamen: zitten in het ruggenmerg tussen T1 ([[Borstkas|Thoracaal]]-1) en L2 ([[Lumbaal]]-2) segmenten. Axonen van preganglionaire cellen gaan door voorwortels (ventrale wortels of radices ventrales) van de ruggenmergzenuwen T1-L2. Vervolgens gaan ze over een korte afstand door de ruggenmergszenuwen en verlaten deze, en gaan naar de autonome ganglia aan beide kanten van de buikkolom achter de pariëtale pleura: ganglia van de orthosympathische grensstreng.