Reflex (biologie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Oudeisplus (overleg | bijdragen)
Oudeisplus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
Reflexen kunnen zowel betrekking hebben op [[dwarsgestreepte spieren]] van het skelet als op de [[gladde spieren]] van organen die deel uitmaken van het [[autonome zenuwstelsel]], zoals bijvoorbeeld bloedvaten, pupil en inwendige organen als maag, blaas en darm. Maar ook de [[hartspier]] en de [[speekselklier]]en.
==Soorten reflexen==
===SimpeleEenvoudige reflexen===
Reflexen kunnen vrij eenvoudig verlopen, zoals monosynaptische reflexen van de skeletspieren. Men spreekt ook wel van spinale reflexen. Hierbij is sprake van slechts één schakelcel of [[synaps]] in het ruggenmerg. Een belangrijk rol spelen hier de [[proprioreceptoren]]. Deze liggen in de gewrichten, pezen en [[spierspoel]]en van een spier. Spinale reflexen van de spieren verlopen zeer snel en worden ook wel spier-eigenreflexen genoemd. De receptor ligt hier namelijk in het reagerende orgaan zelf: de spier reageert als gevolg van de rekking van de spier zelf. Veel van deze reflexen ontstaan via goed beschreven neuronale circuits.
Een bekende reflex is de [[kniepeesreflex]]. De peesreflexen ontstaan door een plotse rek van een spier door een tik met de [[reflexhamer]] op de aanhechtende pees of door vibratie van het bot waarop de reflexhamer klopt. ''Peesreflexen'' is dan ook eigenlijk een onjuiste naam; [[spierrekkingsreflex]]en dekt de eigenlijke lading beter. De actieve samentrekking van de spier is dus een reactie op de eerdere passieve rekking van dezelfde spier. Tegelijkertijd gaat dit gepaard met een ontspanning van de [[antagonist]]spier. Het laatste gebeurt via een remmend tussenneuron in het ruggenmerg.
===Complexe reflexen===
Meer complexe reflexen verlopen via meerdere synapsen. Zo lopen de reflexen van het autonome zenuwstelsel via een extra synaps in het [[ganglion]], een streng zenuwcellen die buiten het ruggenmerg loopt. Dit is dus een extra station dat gepasseerd wordt op weg naar het doelorgaan, bijvoorbeeld een speekselkierspeekselklier, gladde spier of de hartspier. De prikkels die deze reflexen veroorzaken zijn bijvoorbeeld pijnprikkels, of prikkeling van mechanoreceptoren en [[chemoreceptor]]en van inwendige organen zoals de long, maagdarmkanaal en bloedvaten. De eindorganen worden bovendien door twee soorten efferente zenuwvezels aangestuurd, een [[orthosympathisch]] en een [[parasympathisch]] deel. De reflexen die via meerdere synapsen lopen, zijn langzamer en worden ook wel vreemde reflexen genoemd. Dit wil zeggen dat de receptor die de prikkel ontvangt hier ruimtelijk gescheiden is van het reagerende orgaan. Een voorbeeld is de buigreflex waarbij prikkeling van de voetzool leidt tot buiging van gewrichten in het been. Andere voorbeelden zijn de corneareflex, hoesten en niezen.
 
==Invloed van hersenfuncties==
Complexere reflexen worden bovendien vaak ook nog beïnvloed door activiteit van de hersenen, zoals de [[hypothalamus]] die programma's van het autonome zenuwstelsel bijstuurt. Echter ook spinale reflexen staan onder [[supraspinale]] invloed. Zo kan hersenactiviteit de gevoeligheid van spierspoelen vergroten via in de spoel gelegen zogenaamde [[gamma motoneuronen]]. Een hoger activiteitsniveau van de hersenen kan bijvoorbeeld de sterkte van een spierreflex doen toenemen. Ook de [[schrikreflex]] kan versterkt worden door een toestand van angstigheid.
 
==Automatisch gedrag==
Regel 71:
 
Een [[concatenatie]] (gebonden keten) van reflexen noemt men een [[instinct (gedragspatroon)|instinct]].
 
==Bronnen==
*Sesam Atlas Van De Fysiologie. Agamemnon Despopoulos, A. Rothenburger & S. Silbernagl. Nederlands - Paperback. 2008
*Principles of Neural Science. E.R. Kandel, J.H. Schwartz & T, M. Jessell. Third Edition. Elsevier.