Galvaniseren: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Rovalio (overleg | bijdragen)
Regel 11:
[[Bestand:Galvanized surface.jpg|thumb|right|200px|Een thermisch/vuur verzinkt voorwerp]]
Door een metalen werkstuk van een deklaag van een ander metaal te voorzien, kan men profiteren van de eigenschappen van beide metalen.
 
De voordelen van de deklaag kunnen zijn:
* minder gevoelig voor corrosie (bijvoorbeeld roesten)
Regel 16 ⟶ 17:
* krasbestendigheid, wat samenhangt met de [[hardheid]] van het materiaal
* gewenste elektrische eigenschappen, zoals de geleidbaarheid.
 
De nadelen van de deklaag kunnen zijn:
* De dunne laagdikten van ca. 5 tot maar ca. 40 µm (waar [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Thermisch_verzinken|Thermisch verzinken]] een dikte van 50-200 µm haalt);
* Met name het optreden van het effect van de kooi van Farraday leidt er toe dat de binnenkant van een (open) bak in bepaalde gevallen toch niet of in slechte kwaliteit verzinkt wordt;
* De verdeling van de stroomdichtheid over het product is helaas niet uniform. Dit betekent dat de laagdikte op bepaalde plaatsen hoger is (buitenzijde/uitstekend delen) en op bepaalde plaatsen lager (binnenhoeken/binnenzijden). De stroom zoekt altijd de weg van de minste weerstand;
* Wanneer men geen glansmiddelen gebruikt wordt een zinklaag met een poederig uiterlijk gevormd hetgeen de corrosiebestendigheid nadelig kan beïnvloeden;
* Bij het elektrolytisch verzinken ontstaat waterstofgas, wat vooral bij geharde staalsoorten in de materiaalstructuur opgenomen kan worden. Hierdoor ontstaat "waterstof brosheid";
* Minder bestand tegen zeewater.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Natuurlijk zou men hetzelfde fraaie uiterlijk of dezelfde corrosiebestendigheid kunnen bereiken door bijvoorbeeld een voorwerp uit massief nikkel of chroom te maken. Dan zou het product echter duurder worden, omdat de meeste metalen die voor deklagen worden gebruikt vele malen duurder zijn dan ijzer. Bovendien hebben die metalen mogelijk niet de benodigde materiaalsterkte.