Historiae (Tacitus): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kleuske (overleg | bijdragen)
Kleuske (overleg | bijdragen)
Regel 10:
{{citaat|''[..] rara temporum felicitate ubi sentire quae velis et quae sentias dicere licet''. [..] wat een zeldzaam gelukkige tijd waarin je mag vinden wat je wilt en mag zeggen wat je vindt.|Historiae I, 1}}
 
Ondanks het feit dat Tacitus zijn voorspoed en carriere dankt aan de Flavische dynastie, spaart hij deze niet. Niet alleen van de [[Vitellius|vitellianen]] en [[Otho|Othonianenothonianen]] vermeldt hij de wandaden, ook de Flavianen[[Flavische dynastie|flavianen]], zoals Sabinus, Mucianus en, met name, Domitianus komen worden niet gespaard. Vooral de laatste, die tijdens de beschreven gebeurtenissen nog slechts een jongeling is, komt tamelijk negatief naar voren en wordt aan het eind van het (bekende) werk als een verwend keizerszoontje (Vespasianus is dan al tot keizer uitgeroepen) afgeschilderd.
 
== Externe link ==