Mongolië: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Chorloogijn
Regel 40:
Tsjoibalsan|Tsjoibalsan]] wisten Soe en zijn mannen in 1919 uit Mongolië te verdrijven.
 
Op 4 februari 1921 viel Mongolië in handen van een Baltische aristocraat: baron [[Roman von Ungern-Sternberg]]. Generaal Von Ungern, die meende een reïncarnatie te zijn van een lamaïstisch heerser, trad op als dictator en verdreef koetoektoe Jebtsundamba. Op 1 maart 1921 stichtten jonge revolutionaire Mongolen in het Russische [[Kjachta]], nabij de Mongoolse grens de ''[[Mongoolse Volkspartij]]''. De oprichters, [[Zamcarano]], [[Chorloogijn Tsjoibalsan|Tsjoibalsan]], [[Horloogyin Dandzan|Dandzan]] en [[Soeche Bator Damdin|Soeche Bator]], streefden naar een pan-Mongoolse staat (dat wil zeggen hereniging met de Mongoolse gebieden die in Sovjet-Rusland en China lagen), socialisme en nationalisme.
Tsjoibalsan|Tsjoibalsan]], [[Horloogyin Dandzan|Dandzan]] en [[Soeche Bator Damdin|Soeche Bator]], streefden naar een pan-Mongoolse staat (dat wil zeggen hereniging met de Mongoolse gebieden die in Sovjet-Rusland en China lagen), socialisme en nationalisme.
 
Met behulp van het Russische [[Rode Leger (Sovjet-Unie)|Rode Leger]] wisten zij in juli 1921 een einde te maken aan de bezetting van Mongolië door de [[Witten (leger)|Witte Legers]] van Ungern-Sternberg. De koetoektoe Jebtsundamba werd in zijn waardigheid hersteld, hoewel zijn macht drastisch werd ingeperkt. Held van de nieuwe staat was de stenograaf Soeche Bator, één der oprichters van '' Mongoolse Volkspartij'', en tevens één van haar bestuurders. De Mongoolse Volkspartij werd de belangrijkste factor in de samenleving. In 1923 overleed de nationale held, Soeche Bator op dertigjarige leeftijd. De revolutionairen van de Mongoolse Volkspartij doopten ''Urga'' (Oerga), de hoofdstad om in Ulaanbaatar (Oelan Bator), wat 'Rode held' betekent.