Werkverschaffing: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 7:
In Nederland werd vanaf de jaren twintig van de 20ste eeuw een groot aantal werkverschaffingsprojecten opgezet. In de werkverschaffing kregen de werklozen geen echte baan aangeboden, maar werden ze door de overheid verplicht om in grote werkploegen ongeschoold werk uit te voeren bijvoorbeeld het ontginnen van een hoogveengebied of het graven van kanalen. Dit alles gebeurde met schop, kruiwagen en kiepkar. De werkverschaffing was omstreden, met name in socialistische kringen werd de werkverschaffing als een vorm van uitbuiting beschouwd. Het werk was zwaar, de werkweken zo'n 50 uur, de omstandigheden erbarmelijk en het loon was maar net genoeg om met een gezin rond te komen. In [[1939]] verdiende iemand in de werkverschaffing 14 tot 17,50 gulden per week (omgerekend naar 2013 tussen de € 120,00 en € 150,00).<ref>[http://www.iisg.nl/hpw/calculate-nl.php Een vergelijking van de koopkracht van de gulden vanaf het jaar 1450]</ref> In de nabijheid van de projecten liet de overheid zogenoemde "werkkampen" bouwen, waar de tewerkgestelden woonden. Alleen zaterdagavond en zondag konden zij thuis zijn.
Werklozen die weigerden of zij die het werk niet konden volhouden, kregen minder steun
Ook de [[Grontmij NV|Grontmij]] heeft in het kader van de werkverschaffing projecten uitgevoerd voor de overheid (waaronder de verbetering van de [[Beilervaart (watergang)|Beilervaart]] (1926) en de aanleg van [[Vliegveld Eelde]] (1931)).<ref>[http://www.encyclopediedrenthe.nl/Grontmij%20Drenthe Encyclopedie Drenthe Online]</ref>
|