Aug. A. Boudens: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
In april 1910 behaalde hij in Rotterdam de [[LO-akten|akte L.O.]],<ref>''De Tijd'', 23 april 1910.</ref> in november 1911 gevolgd door de akte vrije en ordeoefeningen der gymnastiek <ref>''De Tijd'', 9 november 1911.</ref>, en in augustus 1913 de [[hoofdakte]].<ref>''De Tijd'', 6 augustus 1913.</ref> Enkele jaren later, in augustus 1915 behaalde hij de akte Engels L.O.,<ref>''De Tijd'', 12 augustus 1915.</ref> in augustus 1917 de akte Frans L.O. <ref>''De Tijd'', 2 augustus 1917.</ref>, in augustus 1920 de akte Frans M.O.-A <ref>''De Tijd'', 2 augustus 1920.</ref> en in augustus 1925 de [[MO-lerarenopleiding|M.O.-akte]] Nederlandse Taal en Letterkunde.<ref>''De Tijd'', 25 september 1922.</ref> In mei 1922 volgde zijn benoeming tot onderwijzer aan de toen opgerichte R.K. Jongensschool St. Willibrordus, gevestigd aan de Boschlaan te Vlaardingen. Nog in hetzelfde jaar werd aan de school een [[MULO]]-afdeling toegevoegd. In juni 1927 werd hij tot hoofd van deze school voor lager en (m)ulo-onderwijs benoemd. Toen de school begin jaren vijftig werd gesplitst in een gewone [[lagere school]] en een school voor MULO, werd hij hoofd van deze laatste, de St. Jozefschool voor ulo. In 1956 ging hij met pensioen.<ref>T. van Geest-Pietersen, Aug. A. Boudens, in: ''Tijd-schrift'', ISSN 1380-2992 (1986), pag. 81-85.</ref> Na zijn pensionering heeft hij nog een aantal jaren les gegeven. Van 1961 tot 1966 was hij [[leraar]] Nederlands aan het R.K. [[Gymnasium]] van het [[Kleinseminarie|Klein Seminarie]] [[Leeuwenhorst]] te [[Noordwijkerhout]]. Op verzoek van het [[bisdom Rotterdam]] vervulde hij in die jaren deze functie, omdat de beoogde priester-leraar zijn studie nog niet voltooid had.<ref>''College Leeuwenhorst 25 jaar 1961-1986.'' Noordwijkerhout (1986), p. 45.</ref>
 
Naast zijn volledige dagtaak als onderwijzer schreef Boudens boeken voor de jeugd.<ref>''Bibliografie 'Boudens, Aug.A., 1891-1979''', in: WorldCat.org.</ref> Eerst en vooral [[schoolboeken|schoolboek|schoolboeken]] voor leerlingen van het lager en mulo-onderwijs. Het waren schoolboeken voor de vakken Nederlandse taal en literatuur, maar ook gewone leesboekjes, alle met een duidelijkeduidelijk katholieke signatuur. Titels als ''De liturgie der heilige Roomsche Kerk : leerboekje voor R.K. muloscholen'' uit 1927 en ''Voor God! : leesboekje voor de hoogste klassen der R.K. Lagere school'' uit 1938 laten dat zien. Ook schreef hij, samen met Th. Van Berkel, het geschiedenisboek ''De gang der mensheid, geschiedenis voor het katholiek M.U.L.O.'', uitgegeven van 1938 tot 1968. In latere jaren, van 1937 tot 1957, schreef hij een tiental jeugdboeken, met titels als ''Honderdduizend gulden : zesdaagse filmroman'', ''El Sheitan de duivel'', ''De moord in de sneeuw'' en ''Amerikanen, spoken, diamanten''. De eerste titel was verschenen als zgn. kwartjesboek. Het kwartjesboek stamt uit de [[Grote Depressie|crisisjaren dertig]]. Ze kostten een kwartje, maar bevatten complete avonturen in boekvorm, in een eenvoudige uitvoering uitgegeven.<ref>Eef Nulden, Goedkope kwaliteit uit de crisistijd : Een pleidooi voor het (bijna) vergeten kwartjesboek , in: ''StOKpaardje. Website van de Stichting 't Oude Kinderboek (StOK) te Zutphen''.</ref> Na de oorlog, van 1948 tot 1950, verzorgde hij een serie uitgaven van teksten van hoofdzakelijk 19e eeuwse Nederlandse literatoren als [[Joseph Alberdingk Thijm|Alberdingk Thijm]], [[Potgieter]], [[Hildebrand]] en [[Multatuli]]. Deze serie, ''Letterkunde'' genaamd, was eveneens voor het literatuuronderwijs aan de katholieke jeugd bedoeld. Daarnaast beschreefschreef hij enkele meer religieus getinte boeken en boekjes, welkedie ook weer hoofdzakelijk voor de jeugd bestemd waren. Tenslotte schreef hij een kort toneelstuk ''Hanneke Lekkertand'' en enkele poppenspelen, zoals ''Jan Klaassen wordt koning''.
 
Behalve in het schrijven van boeken vond Boudens tijd voor andere activiteiten. Hij was lid van de R.K. Onderwijzersvereniging, een belangenorganisatie, waarvoor hij soms lezingen verzorgde.<ref>''Leidsche Courant'', 13 december 1928; ''Rotterdamsch Nieuwsblad'', 21 januari 1941.</ref> Vanaf 1934 tot 1940 was hij bestuurslid en secretaris van de R.K. Vredesbond in Nederland. In deze kwaliteit bezocht hij vergaderingen in het land en gaf hij lezingen en causerieën.<ref>''Nieuwe Tilburgsche Courant'', 25 januari 1934; ''De Tijd'', 7 mei 1940.</ref> En van 1927 tot 1940 was hij elk jaar lid van de commissie belast met het afnemen van de examens ter verkrijging van de hoofdakte Lager Onderwijs in het district Rotterdam.<ref>''Nederlandsche Staatscourant'', jaarlijkse vermelding 1927-1940.</ref>