Godfried van Benthem van den Bergh: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Aanvulling mbt zijn boek over depressiviteit
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Godfried van Benthem van den Bergh''' (1933) studeerde scheikunde, rechten en sociale wetenschappen. Hij was redacteur bij [[De Gids]], medewerker van het [[Institute of Social Studies]] in Den Haag en bijzonder hoogleraar internationale betrekkingen aan de[[ Erasmus Universiteit]]. Van Benthem bekleedde daarnaast diverse bestuursfuncties; zo was hij voorzitter van het bestuur van Het Nationaal Toneel en van het Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken. Ook was hij lid van de Adviesraad Internationale Vraagstukken van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie.
 
Van Benthem van den Bergh stond aanvankelijk bekend als een criticus van de Amerikaanse buitenlandse politiek, met name ten tijde van de [[Vietnamoorlog]]. Later ontwikkelde hij zich in een polemiek met de vredesbeweging steeds meer tot een aanhanger van de militaire strategie van nucleaire [[afschrikking]]. Hij verheelde niet het [[IKV]] naïef te vinden, omdat deze vredesbeweging pleitte voor eenzijdige stappen om zo de kernwapenarsenalen te verminderen. Van Benthem van den Bergh vond de [[kernwapens]] van Amerikanen en Russen noodzakelijk voor het wederzijds kunnen verzekeren, dat deze [[massavernietigingswapens]] niet gebruikt zouden worden. Hij verbond daaraan de politieke consequentie dat "de centrale monopolies van de communistische staten (...) net zo min mogen worden aangetast als in de [[Sovjet-Unie]] zelf." Hij hield dat lang vol: tot in zijn inaugurele rede als hoogleraar aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam in juni 1989. Het bracht hem op opiniepagina’s van dagbladen in botsing met de voorzitter van het IKV, [[Ben ter Veer]], die het standpunt van Van Benthem van den Bergh principieel bestreed, omdat in zijn ogen de Oost-Europeanen zo de gevangenen moesten blijven van een politiek-militaire strategie. <ref> Ben ter Veer, Het geluk van de Vredesbeweging, Den Haag 1990, pag.10 e.v. </ref>