In erbarmelijke omstandigheden (misoogst, hongersnood, epidemien) stak deze dans de kop op. Bijvoorbeeld in de jaren 1348-1352 toen zo'n 25 miljoen mensen omkwamen door de pest/zwarte dood. Deze st. Vitusdansen leidde tot krampachtige, krankzinnige springdansen, die gepaard gingen met hoesten en fanatiek brullen. Het was letterlijk het ongecontroleerde dansen van een bezetene. Totdat, uiteindelijk na vele, vele uren mensen visioenen kregen. Visioenen van geesten, van de toekomst, van dood en verderf. Velen dansten tot ze er, door volledige uitputting, dood bij neervielen.