Natuurrecht: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k r2.7.2+) (Robot: interwiki gewijzigd van ku:Qanûna xweriskî naar ku:Qanûna siruştî |
k links e.d. |
||
Regel 1:
'''Natuurrecht''' is de verzamelnaam voor een aantal min of meer uiteenlopende [[begrip]]pen, die gemeen hebben dat zij binnen of boven het naar [[tijd]] en [[locatie|plaats]] verschillende, door de [[overheid]] opgelegde, onvolmaakte [[positief recht|positieve recht]] nog een ander, niet uit de wil van de overheid voortvloeiend, en hoger of beter recht veronderstellen. Dit
In de [[wijsbegeerte]] is natuurrecht de aanduiding van een sedert meer dan tweeduizend jaar bestaande wijze van denken over mens en maatschappij, die berust op de grondgedachte dat er een [[natuur (filosofie)|menselijke natuur]] bestaat en dat ook de samenleving berust op een natuurlijke ordening (zie ook [[Natuurwet (ethiek)|Natuurwet]]).
In zijn lange geschiedenis, van de [[Stoa|stoïcijnse filosofen]] via de grote middeleeuwse denkers en [[Hugo de Groot (rechtsgeleerde)|Hugo de Groot]] tot in onze dagen, vindt men bovenvermelde kenmerken steeds terug: of men nu geloofde in de [[immanentie|immanente]] redelijkheid van de wereld, in het scheppingsplan van God of kortweg in het bestaan van regelmaat in de verschijnselen, altijd is de grondgedachte die van een onafhankelijk van de mens bestaande ordening in de wereld, die men door middel van
==Geschiedenis==
Het natuurrecht is ontstaan uit het verzet tegen de Griekse [[tiran]]nen. Tegenover de willekeur van de door hen uitgevaardigde wetten
Bij de Grieken en de Romeinen was er vooral aandacht voor de '[[grootste gemene deler]]' ([[Aristoteles]]). Later kwam er ook aandacht voor het natuurrecht als richtsnoer, met als kenbron de interne natuur van de mens (de [[Stoïcijnen]]).
In de [[late middeleeuwen]] kwam de nadruk meer te liggen op het natuurrecht als richtsnoer, met als kenbron de [[openbaring]], waarbij de lessen
Verschillende 17e- en 18e-eeuwse filosofen en rechtsgeleerden legden de nadruk op het natuurrecht als richtsnoer, met als kenbron de [[rede]] die als autonoom werd beschouwd en niet per se hoefde samen te vallen met de openbaring ([[Hugo de Groot (rechtsgeleerde)|De Groot]], [[Samuel von Pufendorf|Pufendorf]], [[Christian Thomasius|Thomasius]], [[Christian Wolff (filosoof)|Wolff]]).
Regel 16:
In de 19e eeuw keerde de geest des tijds zich tegen het natuurrecht (zie bijvoorbeeld [[Friedrich Carl von Savigny]] en de [[Historische Schule|Historische School]]).
In het begin van de 20e eeuw was een opleving van natuurrechtelijke gedachten te zien, waarbij in de meeste gevallen wel het idee van een hoger en beter recht werd behouden, maar óf de
De periode na de [[Tweede Wereldoorlog]] heeft opnieuw een bloei van
Het moderne streven naar grotere gelijkheid en vrijheid voor alle mensen, evenals de hedendaagse strijd tegen de schending van de [[rechten van de mens]], berust ook op natuurrechtelijke gedachtegangen.
|