Nachtdier: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kondormari (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
-/-Al te veelomvattende beweringen. +Aanvullingen met voorbeelden.
Regel 3:
Een '''nachtdier''' is een dier dat hoofdzakelijk 's nachts actief is (dit wordt als nachtactieve- of nocturnale levenswijze aangeduid). Nachtdieren zoeken hun [[voedsel]] als het donker is, omdat ze dan voor potentiële vijanden minder goed zichtbaar zijn, of juist omdat ze hun prooien ongemerkt willen verrassen. Vaak zijn de prooidieren ook alleen maar in de nacht actief. Ook kunnen er [[klimaat|klimatologische]] oorzaken zijn, zoals grote hitte overdag.
 
== Evolutionaire aanpassingen ==
NachtdierenVeel nachtdieren zijn door [[selectiedruk]] aangepast aan het nachtelijke leven, onder meer door een goed ontwikkeld gehoor, tast- en/of reukvermogen. Sommige nachtdieren hebben ogen waarmee ze goed in het donker kunnen zien, terwijl andere juist een verminderd gezichtsvermogen hebben en vrijwel volledig afhankelijk zijn van hun overige [[zintuig]]en. Sommige nachtdieren hebben [[snorhaarSnorhaar|snorharenSnorharen]] waarmeeom ze hunde omgeving kunnenaf aftasten.te tasten komen voor bij veel zoogdieren en sommige [[Vleermuizenvleermuizen]] hebbengebruiken hun gehoorsorganenstem uitgerusten metgehoororganen eenals radarsysteem[[sonar]]systeem. [[Herkauwers]] hebben hun spijsvertering zodanig aangepast, dat zij het overdag verzamelde (plantaardige) voedsel tijdens de nachturen op een veilige plaats verder kunnen verteren.<br />Overdag slapen nachtdieren overwegend in donkere holen of andere schuilplaatsen.
Overdag slapen nachtdieren overwegend in donkere holen of andere schuilplaatsen.
 
Bij dieren die recent overgeschakeld zijn op een nachtactieve levenswijze, ontbreken dergelijke aanpassingen geheel of grotendeels. Zo zijn bepaalde groepen van de [[bosolifant]] in de twintigste eeuw 's nachts gaan fourageren, waarschijnlijk om de mens te ontlopen, maar dieren uit deze populaties zijn genetisch niet of nauwelijks te onderscheiden van soortgenoten. Het staat ook te bezien of deze gedragsaanpassing blijvend is.
 
== Ogen ==
=== Nachtzicht ===
De bouw van de ogen ishoeft bij [[gewervelden|gewervelde]] nachtdieren ongeveerniet hetzelfdewezenlijk alsanders te zijn dan bij mensen. DeVoor ogeneen goed [[nachtzicht]] zijn alleende groter[[Pupil en(anatomie)|pupillen]] vaak bollergroot, zodat er makkelijkerveel licht in kan vallen. De ogen zelf zijn ook grotervaak groot in verhouding tot de kop van het dier, zodat er meerveel staafjes[[staafje]]s in passen waardoor ze betergoed in het donker kunnen zien. Doordat er in het [[netvlies]] meerveel staafjes zitten, passen er wel minder kegeltjes[[kegeltje]]s in, zodat kleuren minder kunnen worden waargenomen. Het belangrijkste verschil is, dat er bij veel nachtdieren een[[Tapetum reflecterende laaglucidum|tapetum]] achter het [[netvlies]] zit, een reflecterende laag die het licht nog een keer op de staafjes werpt (tapetum). Dat zorgt ervoor dat elkeveel lichtstraal dus eigenlijklichtstralen twee keer wordt waargenomen en erworden, duszodat er veel minder licht nodig is om het object te kunnen onderscheiden. Door de reflecterende laag licht hetzo'n oog van een nachtdier op als er licht op schijnt, bijvoorbeeldwat vanonder eenandere zaklantaarngoed te zien is bij [[koe]]ien, op[[hond]]en, schijnt[[katachtigen]], sommige vleermuizen en alle [[krokodilachtigen]].<br />Al deze aanpassingen hebben ook nadelen. De dieren moeten fel daglicht vermijden, omdat hun ogen anders schade kunnen oplopen door te veel licht.
Al deze maatregelen hebben ook een nadeel. De dieren moeten fel daglicht vermijden, omdat hun ogen anders schade kunnen oplopen door te veel licht.
 
=== Verminderd zicht ===
Tegenover dieren die het uiterste uit het aanwezige licht proberen te halen staan de dieren die weinig of geen gebruik maken van het zicht. Veel van hun [[Morfologie (biologie)|morfologische]] aanpassingen lijken op die van dieren die altijd of meestal in het donker leven, zoals [[mol (dier)|mollen]] en [[Olm (salamander)|grottenolmen]], maar nachtdieren houden zich wel aan een [[dag-nachtritme]], wat niet altijd nodig is voor soorten die nauwelijks kans lopen om aan fel licht blootgesteld te worden. Gemeenschappelijk is wel dat de ogen vaak slecht of afwijkend ontwikkeld zijn. Ze kunnen ook [[rudimentair]] zijn of geheel ontbreken. Bekend zijn veel soorten van de al genoemde vleermuizen, maar vergeleken met de mens hebben veel diersoorten een slecht zicht, ook bij de [[dagdier]]en trouwens. Zo zien de meeste [[rups]]en en veel [[spinnenweb|webspinnen]] slecht, ongeacht of ze overdag of 's nachts actief zijn. Bekende nachtdieren met slechte ogen zijn veel [[nachtvlinder (dier)|nachtvlinder]]s, maar ook de [[egel]] en het [[everzwijn]], dat trouwens in de schemerige grenzen van de nacht ook nog wel actief is.
 
==Zeeleven==
[[Peracarida|Peracaride]] [[kreeftachtigen]] zoals vele [[aasgarnalen]], [[vlokreeftjes]] en [[zeekomma's]] bezitten een uitgesproken nocturnale [[cyclus]]. Ze vertonen een duidelijke nachtelijke activiteit, waarbij de dieren zich van de zeebodem naar boven verplaatsen. Anders gezegd: overdag zitten de diertjes in het zand ingegraven en 's nachts zwermen ze naar het zeeoppervlak toe.<br>
[[Zoöplankton]] en veel vissen die in de [[pelagische zone]] van de zee leven vertonen vaak een gelijkaardig nocturnaal patroon. Ook bij sommige [[schijfkwallen]] en de beruchte [[Chironex fleckeri|Australische zeewesp]] (een [[kubuskwal]]) is een duidelijk dag-nachtritme te zien, maar het is niet volkomen duidelijk of ze 's nachts inactief zijn. Het kan ook zijn dat ze zich overdag op andere plaatsen ophouden of een ander activiteitenpatroon hebben.
 
== Zie ook ==