Kaatedocus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 13:
Het typespecimen vertegenwoordigt een dier met een geschatte lengte van twaalf tot veertien meter, wat duidt op een lichaamsgewicht van anderhalve ton. De heuphoogte is ongeveer twee meter. Tschopp meende dat de grootste volwassen exemplaren een lengte van zo'n zestien tot achttien meter konden bereiken.
 
De beschrijvers wisten verschillende onderscheidende kenmerken vast te stellen. Daaronder is een aantal unieke afgeleide eigenschappen ofwel [[autapomorfie]]ën. De voorhoofdsbeenderen worden vooraan ingekeept door een U-vormige deuk. Het squamosum steekt niet boven ofbelangrijk onder het niveau van het postorbitale uit. In de achterkant van het wandbeen bevindt zich een opening. Op de achterrand van het schedeldak vormt de beennaad tussen de wandbeenderen een nauwe, scherpe en afstekende kam. De ''tubera basalia'' aan de onderkant van de hersenpan hebben in onderaanzicht een gezamenlijke rechte voorrand. In de nek hebben hebben bij de middelste en achterste halswervels de voorste gewrichtsuitsteeksels een voorrand die gevormd wordt door een naar voren gerichte uitloper van de preëpipofyse; deze rand steekt aanzienlijk vóór het gewrichtsvlak uit. Bij de achterste halswervels wordt de bovenkant van de voorste hoek van de zijkant gekenmerkt door een ruwe bult. Bij de achterste halswervels wordt de achterrand van het gewrichtsvlak van de voorste gewrichtsuitsteeksels achteraan begrensd door een opvallende overdwars lopende trog. De doornuitsteeksels van de achterste halswervels lopen evenwijdig of naderen elkaar naar boven toe.
 
''Kaatedocus'' verschilt in verschillende kenmerken van andere diplodocinen. Er loopt geen kleine, van voor naar achter langgerekte groeve aan de achterste onderzijde van de ervan gescheiden grote pleurocoel aan de zijkant van de halswervels. De middelste halswervels zijn relatief kort. Bij de achterste halswervels loopt er geen secundaire verticale richel achter de richel tussen het doornuitsteeksel en het voorste gewrichtsuitsteeksel.
 
De schedel van ''Kaatedocus'' is afgeplat en breed, met naar voren gerichte smalle tanden — voor zover althans uit de tandkassen valt af te leiden want de tanden zelf zijn verloren gegaan. DieDe tandkassen zijn relatief groot in aantal en de tandrijen reiken tot tamelijk ver achterin de kaken. De externe neusopening strekt zich ook ver naar achteren uit. De nek is matig lang met een bewaarde lengte van 3192 millimeter. De staartwervels hebben een enkelvoudige kiel.
 
==Fylogenie==