Maria al-Qibtiyya: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
TjBot (overleg | bijdragen)
k r2.7.2) (Robot: toegevoegd: ps:ماريه القبطيه
Regel 6:
== Gift aan Mohammed ==
Mohammed stuurde in [[628]] een brief naar verschillende potentaten in de regio waarin hij dezen verzocht zich tot het geloof dat hem geopenbaard was te bekeren. Onder de aangeschreven machthebbers bevond zich ene Mohammed [[al-Muqauqis]], wiens identiteit door de Arabische bronnen in zeer vage termen beschreven wordt, maar waarvan wordt aangenomen dat het de toenmalige [[patriarch]] van de [[Grieks-melkitisch-katholieke Kerk|melkiten]] in [[Alexandrië]], Cyrus, betreft. Al-Maqauqis schreef Mohammed terug dat deze niet van plan was zich te bekeren, maar om zijn goede wil te tonen stuurde hij samen met deze brief enkele geschenken, waaronder Maria en haar zuster Sirin. (Daarnaast schonk hij Mohammed een ezel genaamd Ya'fūr, zijn muilezelin genaamd Duldul, en een kledingset. (bron: [[Tabari|Muhammad ibn Jarir al-Tabari]]'s [[Geschiedenis van Koningen en Profeten]]). Volgens al-Maquaqis stonden Maria en Sirin in een "hoog aanzien" in de Koptische gemeenschap.
 
== Relatie met Mohammed en diens familie ==
Mohammed schonk Sirin aan de beroemde dichter [[Hassan ibn Thabit]] (overleden rond [[661]]), Maria behield hij als concubine. Zij leefde in de bovenstad van Medina. Nadat [[Hafsa bint Omar|Hafsa]], een van de echtgenotes van Mohammed, de profeet en Maria "[[heterdaad|in flagranti]]" aantrof, keerden al Mohammeds echtgenotes, waaronder [[Aisha]], zich tegen haar en verliet ze het huishouden en vluchtte ze naar een in een voorstad gelegen boomgaard. De daarop volgende 29 dagen verbleef Mohammed daar, en werden aan hem de verzen van [[Soera De Verbodenverklaring|Soera 66]] [[openbaring|geopenbaard]].
 
== Ibrahim, Mohammeds zoon ==