Antarctisch Milieuprotocol: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
ArthurBot (overleg | bijdragen)
k taalfoutje(s) opgelost met AWB
Regel 6:
 
Het Milieuprotocol bij het Antarctisch Verdrag strekt tot de bescherming van het Antarctisch milieu en daarvan afhankelijke ecosystemen. [[Antarctica]] wordt daartoe in artikel 2 aangewezen als [[natuurreservaat]], ten dienste van vrede en wetenschap.
Het Milieuprotocol omvat een algemeen deel en zes bijlagen met meer specifieke bepalingen. Zowel de algemene als de meer specifieke bepalingen zijn in beginsel van toepassing op alle activiteiten in Antarctica. Al deze bepalingen moeten worden beschouwd in het licht van de milieubeginselen, zoals geformuleerd in artikel 3 van het protocol. Onder meer wordt bepaald dat nadelige gevolgen zoveelzo veel mogelijk worden voorkomen; dat een beslissing over het verrichten van een activiteit gegrond moet zijn op een goede kennis van de mogelijke nadelige effecten van de activiteit; dat in beginsel voorrang moet worden verleend aan wetenschappelijk onderzoek; dat activiteiten moeten worden gewijzigd, geschorst of afgelast indien onvoorziene nadelige gevolgen (dreigen te) ontstaan, etc.
 
Eén van de kernelementen van het Milieuprotocol vormt de verplichting om voor iedere voorgenomen activiteit in het Antarctische gebied een voorafgaande milieueffectbeoordeling uit te voeren. De in artikel 8 van het Milieuprotocol neergelegde milieueffectrapportage-plicht (MER-plicht) is nader uitgewerkt in bijlage I bij het Protocol. Naast een verplichte MER kent het Milieuprotocol drie afzonderlijke vergunningplichten: een vergunningplicht voor handelingen die nadelige gevolgen hebben voor [[Planten|flora]] of [[Fauna (dierenleven)|fauna]] (in bijlage II van het Protocol), een vergunningplicht voor de introductie van uitheemse dieren en planten (ook in bijlage II van het Protocol) en een vergunningplicht voor het betreden van een Antarctisch speciaal beschermd gebied (in bijlage V van het Protocol).