Schilderkunst van de 20e eeuw: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
escher was niet eens een echte schilder en al tamelijk oud toen op-art ontstond ...
LF
Regel 14:
| [[Bestand:Theo van Doesburg Contra-Compositie V.jpg|thumb|right|[[Theo van Doesburg]]: ''[[Contra-Compositie V]]'', 1924]]
|}
De '''schilderkunst van de 20e eeuw''' kan niet in één adem worden beschreven. Deze eeuw kan worden gezien als een periode van de [[moderne kunst]] waar afscheid genomen wordt van de traditionele, [[realisme (kunststroming)|realistische]] schilderkunst en waarin de schilderkunst zich tot de jaren 1950 langzamerhand steeds meer richting [[Abstracte kunst|abstractie]] ontwikkelt. Vanaf de helft van de eeuw bestonden meerdere stromingen naast elkaar en aan het einde van de eeuw domineerde in de schhilderkunst weer de [[figuratieFiguratieve (kunst)|figuratie]]. De 20e eeuw heeft twee [[wereldoorlog]]en gekend en deze hebben veel invloed gehad, ook op de schilderkunst.
 
==Kunst voor de Eerste Wereldoorlog==
Regel 57:
De [[Popart (kunststroming)|popart]] ontstond in de USA en in het Vereningd Koninkrijk in de jaren 1950. Het idee van popart is de kunst populair te maken. Kunst moet niet meer voor de elite worden gemaakt, maar moet toegankelijk zijn voor gewone mensen. De thema's van de popart zijn ontleend aan [[reclame]], [[televisie]], [[krant]]en, [[stripverhaal|stripverhalen]] en [[tijdschrift]]en. De bekendste namen zijn wellicht [[Roy Lichtenstein]] en [[Andy Warhol]]. Terwijl Lichtenstein zich baseerde op enorm uitvergrote strips en de banale teksten daaruit, bewerkte Warhol foto's van beroemdheden of van consumptieproducten.
 
===Jaren 1960===
De schilderkunst lijkt in deze periode terrein te verliezen. In musea komen [[performance]]s, videokunst, lichtkunst en [[minimal art]] aan bod, ten koste van de traditionele schilderkunst. De [[conceptuele kunst]], het concept van het kunstwerk, is belangrijker geworden dan de gebruikte techniek van verf op doek.
 
Regel 74:
[[Neo-expressionisme]] is een vorm van heftige schilderkunst als tegenhanger van het conceptualisme. [[Georg Baselitz]] en [[Markus Lüpertz]] zijn een van de bekendste kunstenaars uit deze periode. In de jaren 1980 maakten [[de Nieuwe Wilden]] furore met oplevingen van spontane schilderkunst in meerdere landen tegelijkertijd: Jonge wilden in Duitsland, in Nederland, [[Figuration Libre]] in [[Frankrijk]], [[Transavanguardia Italiana]] in [[Italië]], Bad Painting in de USA.
 
== =Grafitti===
Schilderkunst keert terug naar de straat met vrijwel anonieme kunstenaars net als in de middeleeuwen. Middels [[graffiti]] maken straatkunstenaars hun werk, hoogstens gesigneerd met een simpele paraaf, een zogenaamde ''tag''. Kunstenaars die hiermee toch doorbraken waren [[Keith Haring]] en [[Kenny Scharf]]. Ook het werk van [[Jean -Michel Basquiat]] lijkt terug te gaan op spontane grafitti.
 
===Plasticisme===
De kunstenaar [[Fernando Botero]] schildert uitzonderlijk dikke, plastische figuren en noemt de stijl van zijn werk '[[plasticisme]]'. Hij maakt ook beelden in deze stijl, die voor het overige vrij geïsoleerd staat binnen het landschap van de schilderkunst van de 20e eeuw.
 
===EclecticismePostmodern eclecticisme===
Aan het einde van de twintigste eeuw werken vele schilders in onderling zeer verschillende stijlen. Kunstschilders die furore maken zijn [[MarlenMarlene Dumas]], [[Neo Rauch]] en anderen maar ook de oude generaties zoals [[Gerhard Richter]] en [[SigmnarSigmar Polke]] blijven gewoon doorwerken in de door hen ingeslagen richtingen. De schilderkunst moet in deze tijd concureren met de fotografie die op veilingen hoge prijzen begint te behalen. Ook ontstaat er belangstelling voor niet-westerse kunst zoals de [[dotpainting]]s van de Australische [[Aborigines (Australië)|Aborigines]] en voor jonge schilderkunst uit [[China]].
 
=='Schilderstijlen' van de 20e eeuw==