Paul Verhaeghe: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 26:
</ref>
Een van de aandachtspunten in dit werk is een herdefiniëring van de aktuaalpathologie, een vergeten freudiaanse diagnostische categorie, waarin alexithymie en een gestoorde interpersoonlijke verhouding centraal staan.<ref>Verhaeghe, P., & Vanheule, S. (2005). http://www.psychoanalysis.ugent.be/pages/nl/artikels/artikels%20Paul%20Verhaeghe/Actual%20neurosis%201.pdf Psychoanalytic Psychology, 22(4), 493-507.</ref>
</ref> <ref>Verhaeghe, P., Vanheule, S. & De Rick, A. (2007). http://www.psychoanalysis.ugent.be/pages/nl/artikels/artikels%20Paul%20Verhaeghe/Actualneurosis2.pdf The Psychoanalytic Quarterly, 76(4):1317-1350.
</ref>
 
Kort na 2000 maakte Paul Verhaeghe deel uit van een studiegroep opgericht in de schoot van het IPA (International Psychoanalytic Association) over de raakvlakken tussen [[neurologie]] en psychoanalyse. De samenwerking met onder andere Jaak Panksepp en Mark Solms overtuigde hem van de onbruikbaarheid van elke benadering die de mens uitsluitend psychologisch of uitsluitend lichamelijk probeert te begrijpen.<ref>Verhaeghe, P. (2003). De impasse van het monismehttp: 'Je geld of je leven!'//www.psychoanalysis.ugent.be/pages/nl/artikels/artikels%20Paul%20Verhaeghe/De%20impasse.pdf. Tijdschrift voor psychotherapie, 29(6), 496-500.
</ref> <ref>Verhaeghe, P. (2009). Geestdrift voor het brein als belichaming van een foute verdeeldheid. Tijdschrift voor Psychotherapie, 35, maart 2009, pp. 35-50. http://www.psychoanalysis.ugent.be/pages/nl/artikels/artikels%20Paul%20Verhaeghe/Geestdrift%20voor%20het%20brein.pdf
</ref>
Op grond daarvan zal hij in “''Het einde van de psychotherapie''” een zeer kritische houding aannemen tegen het reduceren van psychologische en psychiatrische problemen tot neurobiologische, erfelijk bepaalde aandoeningen, en in “''Identiteit''” tegen een sciëntistische benadering (zie: [[sciëntisme]]) van de psychologie.
Regel 36:
Een [[essay]] in boekvorm (Verhaeghe, 2009) waarin hij zijn visie op het [[oedipuscomplex]] uitwerkte, kreeg bijzondere aandacht in de Angelsaksische wereld.<ref>Verhaeghe, P. (2009). New studies of old villains. A radical reconsideration of the Oedipus Complex. Foreword by Juliet Mitchell. New York: Other Press, pp. XIX + 1-118.</ref>
 
In [[2010]] werd hij door de [[Louise Bourgeois]] studio’s ([[New York]]) uitgenodigd om mee te werken aan een essaybundel over haar werk. Hij kreeg als eerste de volledige toegang tot haar dagboeken en kon op grond daarvan een nieuwe visie op haar werk presenteren. <ref>Verhaeghe, Paul & De Ganck, Julie (92012). Beyond the return of the repressed: Louise Bourgeois's Chtonic art. In: Larratt-Smith, Ph. (ed), /Louise Bourgeois. The Return of the repressed. /Vol I. London: Violette Editions, pp. 115 - 128.http://paulverhaeghe.psychoanalysis.be/artikels/Beyond%20the%20return%20of%20the%20repressed_louise%20Bourgeois_zonder%20foto.pdf
</ref>
 
 
Vanaf de millenniumovergang ging zijn aandacht naar de explosieve groei van het aantal mentale stoornissen, de dominantie van een psychodiagnostiek gebaseerd op labels (DSM) en het verband met maatschappelijke veranderingen. In een lezing in Dublin (2007) stelde hij dat de klassieke psychotherapie onder invloed van de labeldiagnostiek en een bepaalde invulling van evidence based onderzoek aan het verdwijnen is. De organisatoren plaatsten de video van de lezing op het net, waardoor zijn stellingen ruim aandacht kregen. (10) De verdere uitwerking daarvan gaf aanleiding tot het boek “Het einde van de psychotherapie” (2009), dat op korte tijd zeven herdrukken kende. (11)
 
 
Op grond van onderzoek op zijn vakgroep naar burn out en depressie ging zijn aandacht steeds meer naar de gecombineerde effecten van maatschappelijke veranderingen en arbeidsorganisatie. Hij werkte dit uit in de Oikoslezing van 2010. De publicatie daarvan (Verhaeghe, 2011) en de digitale overname van de tekst door de website van Liberales zorgden voor de nodige publieke belangstelling. (12) In 2011 werd het bij Liberales bekroond als ‘essay van het jaar’.
 
 
Verdere uitdieping daarvan bracht hem tot de stelling dat de hedendaagse identiteit gebaseerd is op een dwingende neoliberale ideologie, en dat een dergelijke identiteitsvorming ingaat tegen onze evolutionair ingebakken sociale aard. Eind januari 2012 bracht hij op een Belgische nationale stakingsdag een scherpe lezing in de Gentse Vooruit, waarin hij de bankencrisis als een bevestiging van de neoliberale ideologie beschouwt. (13) De uitwerking daarvan op de Paul Verbraekenlezing in Antwerpen en de daarbij aansluitende publicatie van de tekst kreeg in Vlaanderen zeer veel aandacht. (14) Deze lezing was gebaseerd op twee hoofdstukken van “Identiteit”, een boek dat in het najaar van 2012 verscheen, en dat zowel in Nederland als in Vlaanderen zijn weg vond naar een breed publiek, zowel aan de linker- als aan de rechterzijde. (15) Een Engelse en Duitse editie zijn ondertussen in voorbereiding.
 
 
In het eerste deel van “Identiteit” argumenteert hij dat onze psychologische identiteit een constructie is bovenop een evolutionair gegronde onderbouw. Evolutionair beschouwd is de mens een sociale diersoort waarin twee tegenovergestelde gedragstendensen aan het werk zijn: enerzijds een gerichtheid op gemeenschap en delen, anderzijds een gerichtheid op individualisme en nemen. Welke van de twee tendensen er de overhand krijgt in de identiteitsconstructie wordt bepaald door het maatschappijmodel. In het tweede deel beschrijft hij de huidige maatschappij als neoliberaal, waarbij hij het neoliberalisme opvat als een nieuwe versie van het sociaaldarwinisme. De daardoor bepaalde identiteitsontwikkeling is volgens hem zeer negatief, omdat ze ingaat tegen de sociale aard van de mens. De negatieve impact van het neoliberalisme vindt hij ook terug in de organisatie van het onderwijs, het wetenschappelijk onderzoek en de gezondheidszorg. In het laatste hoofdstuk stelt hij dat verandering van onder uit zal moeten gebeuren, aangezien de neoliberale ideologie ondertussen deel uitmaakt van onze identiteit.
 
4;== Kritiek ==
In december [[2011]] werden hij en zijn [[vakgroep]] in [De Standaard[]] aangevallen door een Gentse groep wetenschapsfilosofen die hem de onwetenschappelijkheid van de psychoanalyse verweten. Deze [[discussie]] haalde ook de gesproken pers, waarin Stijn Vanheule de aantijgingen weerlegde.(16) Bij de publicatie van “Identiteit” werden dezelfde kritieken vanuit dezelfde groep herhaald (17) en (18) De discussie werd door een andere groep wetenschapsfilosofen genuanceerd en in een ruimer debat geplaatst over wat wetenschap is<ref>http://stijnvanheule. (19) (psychoanalysis.be/2011/12/20) /psychoanalyse-op-peeters-pichal/
</ref> Bij de publicatie van “''Identiteit''” werden dezelfde kritieken vanuit dezelfde groep herhaald <ref>http://stijnvanheule.psychoanalysis.be/2011/12/20/psychoanalyse-op-peeters-pichal/
</ref>(17) en (18) De discussie werd door een andere groep wetenschapsfilosofen genuanceerd en in een ruimer debat geplaatst over wat wetenschap is. (19) (20)
 
5;== Bibliografie ==
 
HijPaul Verhaeghe publiceerde meer dan tweehonderd artikels en verscheidene boeken. De volledige publicatielijst kanvindt teruggevondenmen wordenterug op de website van de universiteit Gent <ref>http://www.psychoanalysis.ugent.be/index.php?position=4x1x0&page=Verhaeghe+Paul#.TzosHFEneSo Publicaties Universiteit Gent </ref>en op de website van de auteur <ref>http://paulverhaeghe.psychoanalysis.be website Paul Verhaeghe</ref>zelf.
4; Kritiek
 
 
In december 2011 werden hij en zijn vakgroep in De Standaard aangevallen door een Gentse groep wetenschapsfilosofen die hem de onwetenschappelijkheid van de psychoanalyse verweten. Deze discussie haalde ook de gesproken pers, waarin Stijn Vanheule de aantijgingen weerlegde.(16) Bij de publicatie van “Identiteit” werden dezelfde kritieken vanuit dezelfde groep herhaald (17) en (18) De discussie werd door een andere groep wetenschapsfilosofen genuanceerd en in een ruimer debat geplaatst over wat wetenschap is. (19) (20)
 
 
 
5; Bibliografie
 
Hij publiceerde meer dan tweehonderd artikels en verscheidene boeken. De volledige publicatielijst kan teruggevonden worden op de website van de universiteit Gent en op de website van de auteur zelf.
 
 
 
 
 
== Externe Links ==