Inworp: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Gerakibot (overleg | bijdragen)
k r2.7.1) (Robot: toegevoegd: el:Πλάγιο άουτ
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
De speler die inwerpt dient zich in de [[neutrale zone]] (de zone tussen de zijlijn en de omheining) of op de zijlijn te bevinden, ter hoogte van de plaats waar de bal was buitengegaan. Alle tegenstrevers moeten zich op minstens twee meter van de plaats van de inworp bevinden. Op deze plaats mogen de tegenstrevers bewegen. De scheidsrechter kan hierbij preventief optreden. Indien dit niet helpt, kan de betrokken speler een waarschuwing (geel) krijgen en zal het spel opnieuw worden hernomen met een inworp.
 
De speler moet met een deel van beide voeten op of achter de zijlijn, in het neutraal gebied op maximaal 1 meter van de zijlijn, met het gezicht naar het speelveld gericht, de bal met beide gestrekte armen boven of achter het hoofd inwerpen op de plaats waar de bal over de zijlijn is gegaan. Indien een inworp genomen wordt van achter de omheining, dient de inworp hernomen te worden door dezelfde ploeg.
 
Indien de inworp niet regelmatig is gegeven, zullen de tegenstrevers de inworp mogen hernemen. Indien de speler die de inworp genomen heeft, de bal een tweede maal aanraakt of speelt, zal hij bestraft worden met een onrechtstreekse vrije schop op de plaats waar hij de bal een tweede keer heeft aangeraakt.