Slalom (ski): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 84.27.22.215 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Robbot
Mexicano (overleg | bijdragen)
k wijziging op verzoek, zie Wikipedia:Verzoekpagina voor bots met AWB
Regel 4:
== Karakteristieken ==
Hoogteverschil: minimum 120 meter en maximum 200 meter voor dames en 140 - 220 meter voor de heren.
* Voor de World Cup is er voor de heren een minimum van 180 meter hoogteverschil.
* Voor de kinderraces benjamins (CH-I) is het maximum 120 meter, voor miniemen (CH-II) is het maximum 160 meter.
 
Regel 35:
Het tracé moet een vloeiende lijn hebben die stukken in de vallijn en laterale verplaatsingen afwisselt. Er mogen dus geen bochten worden gezet die een racer tot stilstand brengt of die acrobatische stunts vereisen om de bochten te nemen, het is de bedoeling bochten met afwisselende radii te combineren.
 
Een tracé bestaat uit open (horizontale - haaks op de vallijn) en gesloten (verticale) poorten. In een slalom voor volwassenen moeten minimum 1 en maximum 3 combinaties van 2 of 3 opeenvolgende verticale poorten en 3 zogenaamde hairpins (2 opeenvolgende verticale poorten) staan. Voor Benjamins (CH I) maximum 2 hairpins en 1 combinatie van 3 poorten en voor Miniemen (CH II) 3 hairpins en 2 combinaties van 2 of maximum 3 voudige verticale poorten (bovendien mogen de palen voor kinderen slechts een diameter tussen 25 en 29mm hebben de zgnzogenaamde lichte palen). Omdat bij een combinatie van verticale poorten het mogelijk is om de poort geldig te kruisen in beide richtingen (van links naar rechts of van rechts naar links), zal de traceur het opzetten van het trace gewoonlijk na de combinatie van verticale poorten een zgnzogenaamde exitpoort zetten. Hierdoor is er slechts 1 meest efficiënte manier om de combinatie aan te vatten.
 
In het tracé mogen poorten worden opgenomen die geen richtingsverandering veroorzaken maar de racer dwingen een lager of hoger tracé aan te nemen.