Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k link
Mexicano (overleg | bijdragen)
k wijziging op verzoek, zie Wikipedia:Verzoekpagina voor bots met AWB
Regel 7:
== Opdrachten en werking==
=== Werkloosheidsuitkeringen ===
De belangrijkste opdracht van de RVA is het bepalen van het recht op en de omvang van uitkeringen voor onvrijwillige werkloosheid (werkloosheids-, wacht- en overbruggingsuitkeringen). De werkloosheidsuitkeringen worden aan de werkloze betaald door zgn.zogenaamde ''uitbetalingsinstellingen'': de openbare hulpkas [[Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen|HVW]] of de werkloosheidsdienst van de drie vakbonden die voor die taak erkend zijn ([[Algemeen Belgisch Vakverbond|ABVV]], [[Algemeen Christelijk Vakverbond|ACV]] en [[Algemene Centrale der Liberale Vakbonden Van België|ACLVB]]). Zo'n uitbetalingsinstelling fungeert voor de werkloze ook als zijn woordvoerder bij de RVA: ze deelt de persoonlijke situatie mee (alleenstaande, werknemer met gezinslast of samenwonende), maakt zijn aanvraag om een uitkering over, bemiddelt bij geschillen met de RVA over de uitkering.
 
Het werken met uitbetalingsinstellingen als tussenschakel tussen de werkloze en de RVA heeft historische redenen. De moderne werkloosheidsverzekering gaat terug op de werkloosheidskassen van de vakbonden aan het begin van de 20e eeuw. Na de Tweede Wereldoorlog werd de werkloosheidsverzekering genationaliseerd (Besluitwet van 28 november 1944), maar in het klimaat van de jaren '40, dat gericht was sociale rust en herstel, wilde men de historische rol van de vakbonden behouden. Om echter te vermijden dat men als werkloze verplicht zou worden om lid van een vakbond te worden, heeft men in 1952 de openbare Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW) opgericht.
Regel 17:
 
=== Tewerkstelling ===
Ook na de regionalisering van arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding heeft de federale regering de RVA gebruikt om een tewerkstellingsbeleid te voeren. Een voorbeeld vormen de Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen (PWA), die onder de bevoegdheid van de RVA vallen en die aan werklozen de mogelijkheid bieden om met kleine, meestal huishoudelijke taken bij te verdienen en werkervaring op te doen. Verder zijn er diverse vormen van verminderde RSZ-bijdragen of loonsubsidie voor werkgevers die bepaalde doelgroepen onder de werklozen in dienst nemen (meestal oudere of langdurige werklozen, of laaggeschoolden). De RVA controleert de voorwaarden waaraan de doelgroep moet beantwoorden en kent het recht toe op loonsubsidie (de zgn.zogenaamde "geactiveerde werkloosheidsuitkering"), de loonsubsidie wordt aan de werknemers uitbetaald via de uitbetalingsinstellingen.
 
Sinds 2005 controleert de RVA ook systematisch het zoekgedrag van langdurig werklozen via individuele gesprekken, waarbij niet enkel raadgeving verstrekt wordt, maar ook de mogelijkheid bestaat om bindende afspraken te maken en desnoods sancties op te leggen.