De heilige '''Léger''' (rond [[616]] - bos van Sarcing of van Iveline in het [[Bisdom Atrecht]], [[2 oktober]] [[678]]) was een zoon van de edelen [[Bobilo]] en de H. [[Sigrada]] en een broer van de H. [[Warinus]] en werd groot gebrachtgrootgebracht aan het hof van [[Chlotarius II]]. Hij werd monnik ([[650]]) en abt ([[651]]) in de abdij van [[Saint-Maixent-l'École|St. Maixent]]. Leodegarius werd raadgever van koningin [[Bathildis]] en leraar van haar kinderen. In [[659]] werd hij bisschop van [[Autun]]. Hij bestreed het [[manicheïsme]] en hervormde de seculiere geestelijkheid. Hij steunde koning [[Childerik II]] in zijn strijd tegen [[Ebroin]], die na de moord van Childerik een leger in [[Bourgondië (regio)|Bourgondië]] zond dat tegen de stad Autun aanrukte. Om zijn kudde te redden, ging Leodegarius uit de stad en leverde zich aan de vijanden die hem de ogen uitstaken. Later sneden zijn beulen zijn lippen af en een deel van zijn tong. Dan wilden zijn tegenstanders dat hij in een kerkvergadering als bisschop werd afgesteld, en Ebroin deed eindelijk Leodegarius naar het koningspaleis leiden, waar enige bisschoppen die hij op zijn kant had getrokken, vergaderd waren. Ebroin en de bisschoppen wilden hem doen bekennen dat hij medeplichtig was in de moord van Childeric. De aanwezigen scheurden zijn kleed van boven tot beneden open, waardoor zij betekenden dat zij hem van zijn bisschoplijkebisschoppelijke waardigheid afstelden. Daarna gaven zij hem in handen van [[Chrodbert II|Chrodobert]], graaf van het paleis, met het bevel hem ter dood te brengen. Chrodobert belastte vier soldaten met de uitvoering van het vonnis. De vier soldaten leidden hem naar een bos, waar hij onthoofd werd.
Hij wordt aangeroepen tegen blindheid en oogkwalen en is de [[Beschermheilige|patroon]] van het kanton [[Luzern (kanton)|Luzern]], van [[Autun]], [[Gebweiler]] ([[Elzas]]) en [[Murbach]] en van de [[molenaar]]s.
