Constructivistisch onderwijs: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
bron mooier
Regel 14:
Kenmerkende overeenkomst voor het constructivistisch onderwijs, in al zijn verschijningsvormen, is een actief, construerend, cumulatief en doelgericht leerproces.<ref name="Shuell">{{citeer boek | Achternaam = T.J. Shuell | Titel = '''The role of the student in learning from instruction.''' | Uitgever = Contemporary Educational Psychology, 13 | Bladzijdes = 277-278}}</ref> Het leren is volgens deskundigen actief omdat de lerende zelf informatie die binnenkomt moet verwerken om het zinvolle betekenis te geven. Het leren is construerend omdat de lerende de nieuwe informatie moet voortborduren op en koppelen aan andere informatie. Het is cumulatief omdat de andere informatie al dient te bestaan als voorkennis. Het is doelgericht leren omdat de lerende alleen dan het meest ontvankelijk is voor het adopteren van een nieuwe en het aanpassen van een bestaande constructie als hij weet waarvoor het dient en wat het overnemen hem oplevert.
 
Een karakteristiek van constructivistisch onderwijs is de bepalende rol van voorkennis. Voorkennis wordt uitgebreid en gereconstrueerd. In het opnemen, selecteren, herschikken, relateren, aanvullen, betekenis geven en aanpassen is voorkennis echter niet alleen het voorwerp van verandering maar ook de bestuurder van het proces. [[Carel Frederik van Parreren|Van Parreren]]<ref name="Parreren">{{citeer boek | Achternaam = C.F. van Parreren | Titel = '''Ontwikkelend onderwijs.''' | Datum = 1993 | Uitgever = [[Uitgeverij Acco]] | ISBN = 9033417138}}</ref> noemt als voorbeeld een peuter die voor het eerst een trolleybus zag. Verbaasd riep het kind: "Een autobus met een hijskraan erop !" Het kind had de trolleybus waargenomen vanuit de voorkennis, namelijk twee betekenisvolle onderdelen, de autobus en de hijskraan, en op die wijze aan elkaar gerelateerd en geïntegreerd tot een nieuw begrip.
 
Een andere kenmerk is de vraag om een rijke en uitdagende leeromgeving. De leeromgeving moet georganiseerd uitdagen in de zin dat er ontevredenheid bij de lerende ontstaat met ongewenste bestaande ''constructies'' (Gunstone<ref name="GUNSTONE">{{citeer boek | Achternaam = Peter J. Fensham, Richard F. Gunstone, Richard Thomas White | Titel = '''The content of science: a constructivist approach to its teaching and learning.''' | Datum = 1994 | Uitgever = Routledge | ISBN = 0750702214}}</ref> in navolging van [[Michael Posner|Posner]] e.a. en [[Jan Vermunt|Vermunt]]). Verder valt op dat er relatief veel aandacht is voor het voorbereiden van het leerproces en de diagnosticerende en remediërende rol van de onderwijsbegeleider daarbij.