De Schone Zakdoek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
liever geen metataal in een niet-taalkundig artikel, e.e.a. is zo ook wel duidelijk
Regel 1:
[[Bestand:SchoneZakdoek RA.jpg|thumb|Afbeelding van een schone zakdoek]]
'''De Schone Zakdoek''' was een Nederlands [[Literair tijdschrift|literair maandblad]] dat gedurende de oorlogsjaren 1941-1944 werd gemaakt - 'uitgegeven' is een te groot woord - in een oplage van één exemplaar. Het tijdschrift vormde het literaire hoogtepunt van de [[Surrealisme|surrealistische]] beweging in Nederland, schonk veel aandacht aan beeldende kunst, en was het enige surrealistische tijdschrift dat in Nederland heeft bestaan,.

Het enblad werd opgericht in [[Utrecht (stad)|Utrecht]] door de dichter, beeldend kunstenaar en latere godsdiensthistoricus [[Theo van Baaren]] en zijn levensgezellin, de dichteres, vertaalster en beeldend kunstenares [[Gertrude Pape]] (pseud. Evelyn Palmer). Het blad was tevens het eerste, langstlopende en meest [[avant-garde|avantgardistische]] ondergrondse literaire tijdschrift in [[Nederland in de Tweede Wereldoorlog|Nederland tijdens de oorlogsjaren]].
 
==Surrealistische oriëntatie==
Regel 14 ⟶ 16:
Het idee voor het maandblad - het eerste nummer had op de omslag nog de oude spelling ''De Schoone Zakdoek'' - ontstond toen Van Baaren en Pape in de Utrechtse Pieterskerk zaten te wachten op een proefpreek van een vriend van [[Jan Wit]], de blinde dichter, theologiestudent en latere hymnoloog, die ook bijdragen zou leveren aan ''De Schone Zakdoek''. Van Baaren bedacht de titel, die mede was geïnspireerd op het gedicht ''Palmström'' van de Duitse dichter [[Christian Morgenstern]].<ref>Het vers is [http://www.gutenberg.org/files/33541/33541-h/33541-h.htm hier] raadpleegbaar (''Galgenlieder'', Berlijn: Bruno Cassirer 1917, p.48). In het gedicht opent Palmström een zakdoek met daarop een fraaie afbeelding om daarin zijn neus te snuiten. Uit eerbied voor de schoonheid van de afbeelding vouwt hij echter met ongesnoten neus de 'schone' zakdoek weer dicht, wat - volgens het gedicht - iedereen met enig gevoel zal kunnen billijken.</ref>
 
Het eerste nummer verscheen in april 1941 - jrg.1, afl.1 - en het bevatte geen beginselverklaring, maar een 'beginselverduistering' in de vorm van een zwart vierkant. Dat het blad in een oplage van slechts één exemplaar verscheen had een aantal voordelen: het was in oorlogstijd moeilijk om aan papier en druk- of stencilmachines te komen, het bleef clandestien en daarmee zonder censuur, één exemplaar was gemakkelijker aan het oog te onttrekken dan een grotere oplage en er waren geen ingewikkelde druktechnieken nodig om foto's en collages in het tijdschrift op te nemen. Daarbij bood het de medewerkers de gelegenheid om te publiceren, zonder dat ze gebruik hoefden te maken van de met censuur bedreigde officiële literaire tijdschriften, waarin jemen alleen mocht publiceren als jemen lid was geworden van de [[Kultuurkamer]].
 
Het blad werd samengesteld op vriendenbijeenkomsten, meestal op de maandagavond ten huize van Gertrude Pape, boven een winkel aan de Utrechtse straat Bemuurde Weerd. De bijdragen werden soms ter plaatse gemaakt en vaak voorgelezen, omdat Jan Wit blind was. Tijdens de bijeenkomsten werd er ook regelmatig 'gekruist'. Dit hield in dat er met behulp van een houten kruis seances werden gehouden waarbij geesten werden opgeroepen. Theologische onderwerpen - op een onorthodoxe manier behandeld - werden veelvuldig besproken.
Regel 22 ⟶ 24:
Sommige bijdragen aan het maandblad zijn later beroemd geworden, zoals de gorgelverzen ("Ik ben de [[blauwbilgorgel]]...") van [[Cees Buddingh]] en de foto's die [[Emiel van Moerkerken]] maakte van [[Menno ter Braak]], [[Simon Vestdijk]] en [[E. du Perron]]. De teksten van het blad werden, voor een groot deel door Gertrude Pape, getypt.
 
Vanaf de tweede jaargang verscheen het blad eens in de twee maanden in meestal dubbeldikke dubbelnummers. Het laatste dubbelnummer - jrg.3, afl.35-36 - verscheen in februari/maart 1944. De door de Duitsers ingestelde vervroeging van de [[avondklok]] (''Sperr'') maakte de geregelde bijeenkomsten op maandagavond onmogelijk. In totaal zijn er 36 afleveringen verschenen in 23 afzonderlijke nummers.
 
==Na de oorlog==