Macro-economie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
JRB (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
JRB (overleg | bijdragen)
Regel 55:
 
=== Antwoord van de nieuw-Keynesianen ===
[[Nieuw-Keynesiaanse economie|Nieuw-Keynesiaanse]] economen reageerden op de nieuw-klassieke school door de theorie van de rationele verwachtingen over te nemen. Ook concentreerden ze zich op de ontwikkeling van op micro-economie gefundeerde modellen, die zoveel mogelijk immuun waren voor de Lucas-kritiek. [[Stanley Fischer]] en [[John B. Taylor]] produceerden vroeg werk op dit gebied door te laten zien dat monetair beleid effectief kan zijn, zelfs in modellen met rationele verwachtingen, wanneer men tenminste de niet onlogische aanname doet dat de [[loon (economie)|lonen]] van [[werknemer]]s voor langere tijd [[contracttheorie|contractueel]] vastliggen (denk in de Nederlandse situatie aan de [[Collectieve arbeidsovereenkomst|CAO]]'s). Andere nieuw-Keynesiaanse economen breidden dit werk uit en lieten nog andere gevallen zien, waar niet-flexibele [[prijs (economie)|prijzen]] en [[lonen]] er toe leiden dat [[monetair beleid|monetair-]] en fiscaal beleid reële effecten kan hebben. Net zoals in de [[neoklassieke theorie|neoklassieke]] modellen veronderstelden de nieuw-klassieke macro-economische modellen dat de prijzen en lonen zich op [[perfecte competitie|perfect competitieve]] wijze onmiddellijk zouden aanpassen en dat monetair beleid daarom alleen maar zou leiden tot aanpassingen in het [[prijspeil]] ([[inflatie]] of [[deflatie]]). In tegenstelling daarmee onderzochten nieuw-Keynesiaanse modellen bronnen van [[plakkerigheidstarheid (economie)|"plakkerigestarre" prijzen en lonen]], die zich niet op [[korte termijn]] aanpassen, waardoor het in hun modellen mogelijk wordt dat monetair beleid ook direct van invloed kan zijn op de hoeveelheden in plaats van alleen op de prijzen.
 
Tegen de late jaren 1990 hadden de economen van verschillende stromingen een ruwe consensus bereikt. De rigiditeit van de nieuw-Keynesiaanse theorie werd gecombineerd met de rationele verwachtingen en de RBC-methodologie van de nieuw-klassieken om [[dynamisch stochastisch algemeen evenwichtsmodel|dynamisch stochastische algemeen evenwichtsmodel]]len (DSAE) modellen op te stellen. Deze fusie van elementen uit de verschillende scholen van het economisch denken noemt men wel de [[nieuw-neoklassieke synthese]]. Deze zogenaamde DSAE-modellen worden nu door veel centrale banken gebruikt en vormen een belangrijk onderdeel van de hedendaagse macro-economie.<ref> {{aut|Blanchard}} (2011), blz. 590. </ref>