Ontstekingssysteem: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 54:
 
Hierbij speelt de condensator een belangrijke rol. Zijn taak is drieledig.
# deze neemt de inductiestroomstoot op zodat er geen vonk ontstaat tussen de contactpunten van de onderbreker. Zonder condensator zouden de contactpunten heel snel inbranden.
 
In# de tweede plaatscondensator zorgt de condensator samen met de zelfinductie van de bobine (ze vormen een zgn. L-C kring) voor een wisselstroom in de bobine die daardoor als transformator kan werken: een gelijkstroom kan niet worden getransformeerd.
In de eerste plaats neemt deze de inductiestroomstoot op zodat er geen vonk ontstaat tussen de contactpunten van de onderbreker.<ref> Anders dan veelal wordt gedacht staat er bij draaiende motor over de primaire wikkeling van de bobine niet alleen 12V gelijkspanning, maar wordt door de zelfinductie van de bobine een wisselspanning opgewekt die over de condensator gemeten een waarde kan bereiken van plm. 400V.</ref> Zonder condensator zouden de contactpunten heel snel inbranden.
In# de derde plaatscondensator zorgt de condensator voor een zo hoog mogelijke inductiespanning. Het opladen van de condensator op het moment waarop de contactpunten worden geopend, gebeurt zo snel (de stijging is zo steil) dat het magnetisch veld van de bobine veel sneller instort (plm. twintig maal sneller) dan zonder condensator het geval zou zijn. In eenvoudige voorstelling: het in de bobine opgeslagen vermogen vloeit niet simpelweg naar de massa af, maar de bobine wordt door de condensator als het ware leeggezogen. Daardoor ontstaat aan de secundaire kant van de bobine een veel hogere spanningspiek en die zorgt ervoor dat tussen de elektroden van de bougie een heel felle vonk ontstaat.
 
In de tweede plaats zorgt de condensator samen met de zelfinductie van de bobine (ze vormen een zgn. L-C kring) voor een wisselstroom in de bobine die daardoor als transformator kan werken: een gelijkstroom kan niet worden getransformeerd.
 
In de derde plaats zorgt de condensator voor een zo hoog mogelijke inductiespanning. Het opladen van de condensator op het moment waarop de contactpunten worden geopend, gebeurt zo snel (de stijging is zo steil) dat het magnetisch veld van de bobine veel sneller instort (plm. twintig maal sneller) dan zonder condensator het geval zou zijn. In eenvoudige voorstelling: het in de bobine opgeslagen vermogen vloeit niet simpelweg naar de massa af, maar de bobine wordt door de condensator als het ware leeggezogen. Daardoor ontstaat aan de secundaire kant van de bobine een veel hogere spanningspiek en die zorgt ervoor dat tussen de elektroden van de bougie een heel felle vonk ontstaat.
 
De hoogspanning wordt met een bougiekabel naar de middenaansluiting van de stroomverdeler geleid en de op de verdeleras gemonteerde (en dus synchroon lopende) rotor zorgt ervoor dat de hoogspanning naar de juiste bougie wordt geleid