Orchideeën. Een bundel poëzie en proza: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 14:
In de periode 1883-1886 verschenen nog meer gedichten in tijdschriften en kranten. In juli 1886 schreef hij aan zijn zuster: "In het najaar denk ik een herdruk te geven van mijn verspreide gedichten en proza onder den bonten naam Orchydeeën. Chique titel vind’ je niet, iets aristocatisch?"<ref>Paul Ekhard, Paul [=Gerard de la Valette, echtgenoot van Trudy en zwager van Couperus], 'Louis Couperus', in: ''De nieuwe courant'', 10 juni 1913; herdrukt in ''Maatstaf'' 11 (1963-1964), p. 156.</ref>
 
In het voorjaar van 1886 had de uitgever A. Rössing zijn debuutbundel ‘’Een''Een lent van vaerzen’’vaerzen'' van de uitgever Beijers overgenomen. Zo kwamen de schrijver en uitgever waarschijnlijk met elkaar in contact. In december verscheen de bundel bij Rössing te [[Amsterdam]]. De bundel droeg de opdracht: "Aan mijn Hoogvereerden Meester prof. dr. J. ten Brink zij deze bundel als een bewijs van vriendschap en erkentelijkheid toegeëigend."
 
In november 1890 ging Rössing failliet. Degene die zijn vaste uitgever zou worden, [[L.J. Veen]], had inmiddels de rechten op de dichtbundelstwee bundels verworven. Hij gaf in 1893 een herdruk van zijn debuut uit. In 1896 bracht Veen een herdruk van deze tweede bundel uit; [[Ludwig Willem Reymert Wenckebach|L.W.R. Wenckebach]] leverde de bandtekening.
 
===Kritiek===