Italiaanse renaissance: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
mooier nieuw plaatje teruggezet
Youbuntu (overleg | bijdragen)
k →‎Dertiende eeuw: Foutcorrectie (spelling), typos fixed: Middellandse-Zee → Middellandse Zee met AWB
Regel 19:
 
===Dertiende eeuw ===
In de 13e eeuw kende een groot deel van Europa een sterke economische groei. De handelsroutes van de Italiaanse staten waren verbonden met die van de belangrijke Middellandse- Zeehavens en later ook met de [[Hanze]]steden van de Oostzee en de noordelijke regio's van Europa. Samen vormden zij, voor het eerst sinds de 4e eeuw, een Europees economisch netwerk. De stadstaten van Italië breidden tijdens deze periode enorm uit en werden de facto volledig onafhankelijk van het [[Heilige Roomse Rijk]]. Met uitzondering van het [[Koninkrijk Napels]] hielden vreemde machten hun legers buiten Italië. Gedurende deze periode werd een moderne commerciële infrastructuur ontwikkeld met [[dubbel boekhouden]], [[naamloze vennootschap]]pen, een internationaal [[Bank (financiële instelling)|banksysteem]], een gesystematiseerde [[Forex|markt voor vreemde valuta]], [[verzekering]], [[staatsschuld]] en overheidsschuld.<ref>Peter Burke: ''The Italian Renaissance: Culture and Society in Italy'' p. 232</ref> Florence werd het centrum van deze financiële sector en de gouden florijn werd de belangrijkste valuta van de internationale handel.
 
De nieuwe heersende koopmansklasse paste het feodale aristocratische model aan haar behoeften aan. Een kenmerk van de hoge middeleeuwen in Noord-Italië was de opkomst van de stedelijke communes die gebroken hadden met de controle door bisschoppen en plaatselijke graven. In een groot deel van de regio was de landadel armer dan de stedelijke patriarchen die zich in de hoogmiddeleeuwse geldeconomie door de inflatoire stijging verrijkt hadden. De toename van de handel tijdens de vroege renaissance versterkte deze evolutie nog. Het verval van het [[feodalisme]] en de opkomst van de steden beïnvloedden elkaar ook. Zo was er bijvoorbeeld veel vraag naar luxegoederen, wat leidde tot een toename van de handel en een groter aantal handelaars die op hun beurt meer luxegoederen eiste. Deze veranderingen verleenden de handelaren bijna volledige controle over de regeringen van de Italiaanse stadstaten, wat ook weer de handel stimuleerde. Een van de belangrijkste gevolgen van deze politieke controle was veiligheid. Voordien liepen degenen die extreme rijkdom vergaarden in een feodale staat voortdurend het risico van inbeslagname door de monarchen, tot en met het verlies van de gronden die ze bezaten. Meer noordelijk gelegen staten behielden echter wel veel middeleeuwse wetten die de handel ernstig belemmerden, zoals de wet tegen [[Woekeraar|woekerrente]] en het verbod op handel met niet-christenen. In de stadstaten van Italië werden deze wetten ingetrokken of herschreven.<ref>Peter Burke, p. 93</ref>