Coniferen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k Wijzigingen door 86.88.39.46 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Mexicano
Regel 15:
}}
 
De '''coniferen''' (wetenschappelijke naam ''Coniferae'', of in de 23e druk van de ''[[Heukels]]'', ''[[Coniferales]]'') vormen een groep in het [[planten]]rijk van ruim zeshonderd soorten. Ze horen tot de [[naaktzadigen]] (''Gymnospermae'') en zijn daarvan de meest soortenrijke groep, maar de beide groepen zijn niet onderling verwisselbaar. Er zijn ook andere naaktzadigen, die dus géén coniferen zijn, ook al dragen ze de zaden in kegels.
Kom nooit meer terug op deze site
[[File:Esneux AR1aJPG.jpg|thumb|left|[[Mammoetboom]] (''[[Sequoiadendron giganteum]]'')]]
De naam "coniferen" betekent "kegeldragers". Ze heten zo omdat de zaaddragende structuren in een [[kegelvrucht]] (of ''strobilus'') georganiseerd zijn. Er zijn nooit echte vruchten, al kunnen er wel structuren zijn die fruitachtig overkomen (bijvoorbeeld bij de [[jeneverbes]] en bij ''[[Taxus]]''). De bestuiving vindt altijd door de wind plaats.
 
Alle coniferen zijn houtige planten, meestal bomen, zogeheten "naaldbomen". Naaldbomen groeien voornamelijk in de gematigde streken; voor zover ze voorkomen in meer tropische gebieden is dat in de bergen. Er bestaan "naaldboomsoorten" waarvan het loof meer op bladeren lijkt dan op [[Naald (plantkunde)|naalden]]. De meeste coniferen zijn bladhoudend, maar er zijn ook enkele soorten die 's winters de naalden verliezen, zoals de [[lariks]], de [[watercipres]] en de [[moerascipres]]. De laatste twee verliezen zelfs de korte loten waarop de naalden staan.
 
Een [[pinetum]] (naaldbomentuin, of coniferentuin) is een gespecialiseerd [[arboretum]] (bomentuin).