Schmalkaldische Oorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AGL (overleg | bijdragen)
- overbodig of dubbel
Regel 23:
| notes=
}}
De '''Schmalkaldische Oorlog''' ([[Duits]]: ''Schmalkaldischer Krieg'') was een oorlog die van [[1546]] tot [[1547]] werd gevoerd tussen [[keizer Karel V]] en de [[Schmalkaldisch Verbond|Schmalkaldische Bond]], een alliantie van protestantse vorsten en steden in het [[Heilige Roomse Rijk]]. De belangrijkste leden van de Bond waren landgraaf [[Filips I van Hessen|Filips]] van [[Landgraafschap Hessen|Hessen]] en keurvorst [[Johan Frederik I van Saksen|Johan Frederik]] van [[Keurvorstendom Saksen (1485-1547)|Saksen]]. Karel V werd gesteund door zijn broer [[Keizer Ferdinand I (1503-1564)|Ferdinand]] en hertog [[Maurits van Saksen (1521-1553)|Maurits]] van [[Hertogdom Saksen (1485-1547)|Saksen]].
 
De keizer begon de oorlog om de eenheid van het geloof in het Heilige Roomse Rijk te herstellen en om zijn invloed in het Rijk te versterken.<ref>Blockmans, Karel V</ref> De eerste gevechten vonden plaats in het zuiden van Duitsland, langs de Donau. Volgens verplaatste de oorlog zich naar Saksen waar de legers van de keizer de Bond verpletterend versloegen. [[Johan Frederik I van Saksen|Johan Frederik]] en [[Filips I van Hessen|Filips van Hessen]] werden gevangengenomen en de Schmalkadische Bond werd opgeheven.
Regel 30:
 
==Voorgeschiedenis==
In 1531 werd het [[Schmalkaldisch Verbond]] opgericht, een alliantie van protestantse prinsenvorsten binnen het [[Heilige Roomse Rijk]]. De bond zorgde ervoor de keizer nooit direct te provoceren, maar de aanwezigheid van een protestants verbond binnen het [[rooms-katholiek]]e Keizerrijk, tastte de eenheid van het rijk aan. [[Keizer Karel V]] probeerde de godsdienstkwestie tevergeefs diplomatiek op te lossen. In 1546 verklaarde het Schmalkaldisch Verbond het [[concilieConcilie van Trente]] met geweld te willen bestrijden. De keizer stond machteloos, omdat hij zowel met [[Frans I van Frankrijk]] als met de [[Ottomaanse Rijk|Turken]] in oorlog was. Nadat Karel V in 1544 een vredesverdrag met de Fransen had getekend, de [[Vrede van Crépy]], kon hij zich op de prinselijke oppositie concentreren.
 
==Begin van de oorlog en de Slag bij Mühlberg==
In 1546 bezette hertog [[Maurits van Saksen (1521-1553)|Maurits]] van [[Hertogdom Saksen (1485-1547)|Saksen]] de gebieden van keurvorst [[Johan Frederik I van Saksen]] om politieke redenen. Maurits was zelf een [[Lutheranisme|lutheraan]] en werd daarom door het Schmalkaldisch Verbond als verrader gezien. Johan Frederik, die zich in [[Württemberg]] bevond, trok met zijn leger terug naar Saksen waar hij de [[Albertijnse linie|Albertijnse gebieden]] bevrijdde en de [[Ernestijnse hertogdommen|Ernestijnse gebieden]] van Maurits bezette. Hierna trok hij naar [[Bohemen]] waar hij tevergeefs steun hoopte te krijgen van de boerenbevolking.
 
Tegelijkertijd veroverde keizer Karel V tijdens de zogenaamde Donauveldtocht de Schmalkaldische steden [[Ulm (Baden-Württemberg)|Ulm]], [[Konstanz (stad)|Konstanz]] en [[Biberach an der Riß|Biberach]]. Daarna trok hij naar Bohemen waar de keizerlijke legers de Schmalkaldische strijdkrachten dwongen zich terug te trekken. Aan de [[Elbe (rivier)|Elbe]] in de buurt van het plaatsje [[Mühlberg (Brandenburg)|Mühlberg]] troffen de twee legers elkaar in de [[Slag bij Mühlberg]].
Regel 43:
De slag betekende het einde voor het Schmalkadisch Verbond. Alleen de steden [[Bremen (stad)|Bremen]] en [[Magdeburg (stad)|Maagdenburg]] bleven zich nog tegen de keizer verzetten. De steden wisten belegeringen door de keizerlijke troepen te weerstaan en weigerden de aan hen opgelegde boetes te betalen.
 
De door het verbond gevangengenomen katholieke [[Hendrik IX van Brunswijk-Wolfenbüttel]] werd vrijgelaten en hersteld als hertog van Brunswijk-Wolfenbüttel. [[Maurits van Saksen (1521-1553)|Maurits van Saksen]] kreeg de gebieden van Johan Frederik in bezit en werd daarmee gepromoveerd tot keurvorst.
 
Hoewel het Karel V gelukt was om de protestantse legers te verslaan, lukte het hem niet om de eenheid in zijn rijk te herstellen en om het katholicisme als staatsgodsdienst geaccepteerd te krijgen. In [[1555]] werd daarom de [[Godsdienstvrede van Augsburg]] getekend waarin werd gesteld dat de religie van de vorst ook de religie van het gebied zou worden.