Verdrag van Naumburg (1554): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pompidombot (overleg | bijdragen)
AGL (overleg | bijdragen)
links
Regel 6:
{{legend|#ffcc00|[[Hertogdom Saksen (1547-1572)|Hertogdom Saksen (''Ernestijns'')]]}}
De gebieden die door [[August van Saksen|August]] aan [[Johan Frederik I van Saksen|Johan Frederik]] werden overgedragen zijn gearceerd.]]
Tijdens de [[Schmalkaldische Oorlog]] verbond de Albertijnse hertog [[Maurits van Saksen (1521-1553)|Maurits van Saksen]] zich met [[Karel V van het Heilige Roomse Rijk|keizer Karel V]] tegen de protestantse [[Schmalkaldisch Verbond|Schmalkaldische Bond]]. De bond werd geleid door Keurvorst [[Johan Frederik I van Saksen]]. Na de nederlaag van de bond tekende Johan Frederik in [[1547]] de [[Capitulatie van Wittenberg]] en werd hij door de keizer gevangengenomengevangen genomen. Maurits werd voor zijn steun aan de keizer beloond met de [[keurvorst|keurvorstelijke waardigheid]] en het grootste deel van de landen van Johan Frederik.
 
De Ernestijnen zagen samen met een aantal protestantse rijksvorsten en een deel van de Saksische staten Maurits echter als een [[Usurpator]]. Toen Johan Frederik vijf jaar na zijn gevangenneming werd vrijgelaten, stuurde hij dan ook een afvaardiging naar de keizer om de keurvorstelijke waardigheid terug te krijgen.
Regel 13:
Onder bemiddeling van de koning van [[Denemarken-Noorwegen|Denemarken]] sloot Maurits' broer en opvolger [[August van Saksen|August]] de al in 1547 begonnen onderhandelingen met de Ernestijnen op [[24 februari]] [[1554]] af. In het Verdrag van Naumburg werd bepaald dat de Ernestijnen de Amten [[Altenburg (Thüringen)|Altenburg]], [[Eisenberg (Thüringen)|Eisenberg]], [[Herbsleben]] en [[Sachsenburg (Oldisleben)|Sachsenburg]] terugkregen. Daarnaast betaalde de keurvorst 100.000 gulden aan Johan Frederik. In ruil daarvoor gaf de Johan Frederik zijn aanspraken op het Keurvorstendom Saksen op en erkende de August als keurvorst, hoewel Johan Frederik de titel "geboren keurvorst" mocht blijven voeren.
 
Het verdrag werd mede ondertekend door koning [[Keizer Ferdinand I van het Heilige Roomse Rijk(1503-1564)|Ferdinand I]] van [[Koninkrijk Bohemen|Bohemen]], koning [[Christiaan III van Denemarken|Christiaan III]] van [[Denemarken-Noorwegen|Denemarken]], keurvorst [[Joachim II Hector van Brandenburg|Joachim II]] van [[Mark Brandenburg|Brandenburg]], hertog [[Willem V van Kleef|Willem V]] van [[Verenigde Hertogdommen Gulik-Kleef-Berg|Gulik-Kleef-Berg]] en landgraaf [[Filips I van Hessen|Filips I]] van [[Landgraafschap Hessen|Hessen]]. Johan Frederik ondertekende het verdrag op [[2 mei]], twee dagen voor zijn dood.<ref>{{de}} {{aut|Reiner Groß}} (2007): ''Die Wettiner'', Kohlhammer, Stuttgart, blz. 132-134.</ref>
 
==Gevolgen van het verdrag==