Pastoor Van Haeckeplantsoen: verschil tussen versies

park in Brugge, België
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
nieuw
(geen verschil)

Versie van 12 sep 2012 11:43

Mee bezig Mee bezig
Aan dit artikel of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.

Pastoor Van Haeckeplantsoen is een klein publiek park in Brugge

Beschrijving

Oorspronkelijk was dit parkje de tuin van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, baron de la Kethulle de Ryhove, die een neoclassicistisch herenhuis bewoonde, gebouwd in 1911, langs de Gulden-Vleslaan. Dit huis werd in het begin van de jaren 1960 gesloopt en er werd een appartementsgebouw neergezet, dat het begin was van een evolutie naar hoogbouw, die in de jaren 1970 werd afgeremd.

De tuin was bedoeld om een parkeerruimte te worden. Dit werd verhinderd door het opmaken van het Deelplan Sint-Joos dat voorzag in de aankoop van binnentuinen, in het kader van de stadsvernieuwing en de sanering van de in het plan bestudeerde huizenblokken. In 1981 kocht de stad Brugge het parkje de la Kethulle aan. Het werd in het voorjaar van 1983 opgeknapt en publiek toegankelijk gemaakt. Het park is 1.780 m² groot. De eerste eigenaars brachten er een merkwaardig bomenassortiment samen: paardekastanje, moerascipres, Engelse veldiep, Japanse notenboom, zwarte moerbezie, enz. Het dichtbegroeide park, met centraal een kleine vijver, werd in zijn besloten en mysterieuze sfeer behouden.

Het mysterie kreeg een naam als Pastoor Van Haeckeplantsoen. Hoewel roomskatholiek priester was de wat mysterieuze Lodewijk Van Haecke (1829-1912) nooit 'pastoor'. Tijdens zijn loopbaan was hij leraar, onderpastoor en vervolgens kapelaan van de H.-Bloedbasiliek. Maar zijn naam leeft voort als 'Paster Van Haecke'. Hij woonde het grootste deel van zijn leven op korte afstand van het parkje, in de Moerstraat.

Van Haecke heeft een dubbele reputatie nagelaten: die van een vrome priester die godvruchtige boekjes schreef en die van een duivelvereerder die zwarte missen opdroeg. Die tweede (klaarblijkelijk onterechte) reputatie had hij te danken aan de Franse romanschrijver Joris-Karl Huysmans. Van Haecke leeft in de Brugse folklore verder omwille van de talrijke grappen, onschuldige schelmenstreken en ironische bemerkingen die hij maakte of die aan hem worden toegeschreven.

Het Pastoor Van Haeckeplantsoen staat als plaatsnaam op de lijst van de Brugse straatnamen ingeschreven, hoewel het eigenlijk geen straatnaam behoeft en er ook geen huisnummers aan verbonden zijn. Het plantsoen is bereikbaar langs de Raamstraat en langs een doorgang in de Ezelstraat.

Literatuur

  • A. HAEGHENBERG, Schetsen uit het leven van E.H. Van Haecke, 1930
  • Herman BOSSIER, Geschiedenis van een romanfiguur, 1965
  • Andries VAN DEN ABEELE, Tuinen en verborgen hoekjes in Brugge, Brugge - Luik, 1998
  • Brigitte BEERNAERT e. a., Het pastoor van Haeckeplantsoen, in: Monument en metaal, Open monumentendagen Brugge 2001, Brugge, 2001.
  • Brigitte BEERNAERT & Patrick CARDINAEL, De verborgen geschiedenis van de stadsparken, Brugge, 2006.