Amasya (stad): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Zorrobot (overleg | bijdragen)
k r2.7.3) (Robot: toegevoegd: nn:Amasya
-dt
Regel 39:
In 70 voor Christus veroverde [[Lucius Licinius Lucullus]] Amaseia van de Armeniërs en werd het de hoofdstad van de nieuwe [[Romeinse Rijk|Romeinse]] Provincie [[Pontus et Bithynia]]. De Griekse historicus [[Strabo (historicus)|Strabo]], afkomstig uit de stad, heeft een gedetailleerde beschrijving van de stad gegeven tussen 60 voor en 19 na Christus. Rond het jaar 3 werd de stad opgenomen in de Romeinse provincie Galatië, in het noordelijke district Pontus Galaticus. [[Trajanus]] deelde het vervolgens weer in bij de provincie [[Cappadocië]]. In de 2e eeuw verkreeg het stadsstatus (metropolis).
 
Na de val van het Romeinse Rijk bleef de stad 700 jaar deel uitmaken van het Byzantijnse Rijk, gedurende deze periode is het merendeel van de bevolking Griekstalig. De lokale Armeense bevolking leidleidt een achtergesteld leven, hun kerk wordt niet erkend door de Byzantijnen. Vanaf de 10e eeuw arriveren veel Turkse volkeren in Anatolië. In 1075 nemen de Turkmeense Danishmenden de stad in en maken er hun hoofdstad van. In de 12e eeuw neemt de [[Sultanaat van Rûm|Seltsjoekse]] leider Kiliç Arslan II de stad in. Onder heerschappij van de Seltsjoeken en het [[Il-kanaat]] werd Amasya een belangrijke Islamitische plaats. Uit deze tijd zijn nog meerdere scholen, moskeeën, tombes en andere gebouwen bewaard gebleven.
 
In Ottomaanse tijden werd de stad nog belangrijker, met name in educatie. De kinderen van de sultan werden hier heenhierheen gestuurd voor hun scholing. Als onderdeel van hun training moesten toekomstige sultans de positie van gouverneur van de provincie succesvol vervullen. Om het voor de sultan in spe extra moeilijk te maken waren in de provincie veel verschillende etniciteiten gehuisvest, elk in hun eigen dorp. Hierdoor was hij verplicht kennis op te doen over de culturen van alle verschillende groepen binnen zijn rijk; zoals de Grieken, Armeniërs, Bosniërs, Tataren, Arabieren, Koerden, etc.
 
Tijdens de Turkse onafhankelijkheidsoorlog was Amasya in 1919 de plaats waar Ataturk zijn laatste voorbereidingen trof voor het opzetten van het Turkse leger om de [[Republiek Turkije]] uit te kunnen roepen. Het was hier dat hij de onafhankelijkheidsoorlog verklaarde. Na deze oorlog werd de Griekstalige bevolking van de stad uitgeruild met Griekenland voor Turken.
Regel 51:
De stad telt een groot aantal historische bezienswaardigheden. Het is een populaire bestemming voor toeristen als uitstapje tijdens een reis langs de Zwarte Zee of langs het Anatolische gedeelte van het Pontisch Gebergte.
 
De oudste restanten zijn de Pontische koningsgraven in de rotswand die boven de stad uitrijst. Op deze rots ligt ook het geruïneerde Harsene kasteel, dat al door Strabo werd genoemd. Verder zijn er onder andere het Ferhat-aquaduct, de 13e-eeuwse Seljuk Burmali [[moskee]], het 14e-eeuwse Ilkhan Bimarhane ziekenhuis, de graftombe van de 15e-eeuwse Pir Ilyas en de moskee van Yildirim Beyazit. Als gevolg van haar belangrijke geschiedenis zijn er in de stad veel historische Ottomaanse woningen bewaard gebleven, waarvan sommigensommige als hotel of gasthuis gebruikt worden. Verder vindvindt men er het Archeologisch Museum van Amasya en enkele tombes van islamitische heiligen.
 
In de groene en bergachtige omgeving van Amasya kan ook goed gewandeld worden, en bevinden zich nog meer historische dorpjes en her en der geruïneerde monumentale gebouwen. Het Borabay meer ten noordoosten van de stad in het district Taşova biedbiedt goede picknickplek en is populair bij locals.
 
Amasya is gevoelig gelegen voor [[aardbeving]]en. In 1939 werd een groot deel van de gebouwen beschadigd.